4.6 Herinvesteringsreserve

herinvesteringsreserve

Bij de fiscale eenheid doet de fiscus formeel zaken met één belastingplichtige: de moeder. De regels van de herinvesteringsreserve (HIR) gelden dan op het niveau van de fiscale eenheid. Via de HIR kunt u de fiscale boekwinst die bij verkoop van een bedrijfsmiddel wordt gerealiseerd reserveren. Over de boekwinst is dan niet direct belasting verschuldigd. Vervolgens kunt u deze boekwinst bij aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel afboeken op de aanschafprijs. 
De bv kan minder afschrijven, zodat de fiscus de belasting over de boekwinst met enige vertraging alsnog int.

Antimisbruikwetgeving

boekwinst

Voor de boekwinst die een bv behaalt bij verkoop van een bedrijfsmiddel, kan de fiscale eenheid in principe een HIR vormen. Als een andere bv binnen de eenheid vervolgens een vervangend bedrijfsmiddel aanschaft, kan de fiscale eenheid op dit vervangende bedrijfsmiddel de HIR afboeken. Door aanwending van de HIR door een andere bv dan die waarvoor de reserve is gevormd, is sprake van een ‘verschoven vermogensbestanddeel’ in de zin van artikel 15ai Wet VPB. Hiervoor geldt de sanctie bij ontvoeging binnen zes kalenderjaren: afrekenen over de stille reserve.

Sanctiebepaling

De sanctiebepaling van artikel 15 aj Wet VPB houdt in dat het totaal van de HIR bij de moeder en de ontvoegde dochter op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de ontvoeging, niet hoger mag zijn dan zonder fiscale eenheid het geval zou zijn geweest. De aangehouden HIR moet dus vrijvallen.