5.5 Aansprakelijkheid boekhouder of accountant
De meeste vennootschappen besteden de aangifte en afdracht van belastingen uit aan een externe adviseur of accountant. Betekent dit nu dat u zich daarmee als bestuurder kunt onttrekken aan eventuele aansprakelijkheid bij het niet of niet tijdig doen van de aangifte of het betalen van belastingen? Als dit zo zou zijn, zou u nooit persoonlijk aansprakelijk zijn als een externe partij een te late of te lage aangifte indient of de belastingrekening niet of maar deels betaalt. In 2014 boog de Hoge Raad zich over deze kwestie.
Aansprakelijk voor schade
belasting-plichtige
De Hoge Raad oordeelde dat de accountant in die zaak grove schuld droeg aan het niet tijdig doen van de BTW-aangifte van een bv. Deze grove schuld kan volgens de Hoge Raad ook aan de belastingplichtige bv worden toegerekend omdat ‘de kennis en het inzicht van degene aan wie de bv het doen van aangifte opdraagt (de accountant) aan de bv worden toegerekend’. De bestuurder moet daarbij aannemelijk kunnen maken dat het niet aan hem (persoonlijk) te wijten is dat de bv niet tijdig betalingsonmacht heeft gemeld doordat zij opzettelijk of met grove schuld verzuimde aangifte te doen. Omdat het gaat om een aansprakelijkheid voor schade en geen eigen belastingschuld van de bestuurder, geldt dat de opzet of grove schuld van een derde niet in de schoenen van de aansprakelijk gestelde bestuurder kan worden geschoven. De bestuurder kan zich dus al met al wél verschuilen achter de accountant, waar de bv dat niet kan.
De aansprakelijkheid maakt u nog niet tot belastingplichtige. Dat is en blijft de bv die de belastingen had moeten betalen. U wordt alleen aansprakelijk gesteld voor de schade die de Belastingdienst lijdt, ofwel het bedrag van de niet afgedragen belasting en/of premies.
Roekeloos gedrag
premieschuld
Ondanks de soms aanwezige opzet of grove schuld van derden, kunt u als bestuurder wel degelijk aansprakelijk worden gesteld voor onbetaald gebleven belastingschulden. Het moet dan aan uw ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ zijn te wijten dat de belasting- of premieschuld niet of niet tijdig is betaald. Volgens de wet doet zich kennelijk onbehoorlijk bestuur voor als er sprake is van opzet, grove schuld, nalatigheid, lichtzinnig of onverantwoordelijk roekeloos gedrag dat tot evidente bestuursfouten leidt. Door het gedrag van de bestuurder zou voor iedereen duidelijk moeten zijn dat het bestuur onbehoorlijk is. Om die reden vergelijkt de rechter het optreden van de bestuurder vaak met dat van de redelijk denkende en redelijk handelende vakgenoot.
Dga blijft verantwoordelijk voor aangifte
suppletie-aangifte
schuldig
controleren
Een bv had een accountantskantoor in de arm genomen om de BTW-aangifte te verzorgen. In 2009 kwam het accountantskantoor erachter dat er over 2006 en 2007 te weinig BTW was aangegeven en betaald. De BTW was vermeld op nota’s van de notaris, maar dit was niet opgemerkt door een onervaren werknemer van het accountantskantoor. Er volgden suppletieaangiften en ook een melding betalingsonmacht. Volgens de inspecteur was dit te laat, en de dga van de bv werd persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de schuld. Het hof vond dat het accountantskantoor schuldig was aan het ontstaan van de BTW-schuld door te lage aangiften te doen. Toch oordeelde het hof dat de dga zelf had moeten zien dat de nota’s niet klopten. De rechter rekende het de dga ook aan dat hij alles rondom de BTW-aangifte overliet aan de accountant zonder dat hij dit goed controleerde. Volgens het hof had hij daarom lichtvaardig gehandeld en werd hij terecht aansprakelijk gesteld voor de belastingschuld.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 12 mei 2015, ECLI (verkort): 3508