8.3 Nihilwaarderingen
Nihilwaarderingen zijn onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Aan een aantal werkplekvoorzieningen wordt geen waarde toegekend, waardoor er ook geen loonbelasting over wordt geheven.
werkruimte
consumptie
Er gelden nihilwaarderingen voor:
- voorzieningen die de werknemer op de werkplek gebruikt of verbruikt;
- consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd;
- ter beschikking gestelde werkkleding;
- het rentevoordeel van een personeelslening als de werknemer daarmee een (elektrische) fiets of elektrische scooter koopt;
- ter beschikking gestelde ov-abonnementen als de werknemer het abonnement ook voor het werk gebruikt;
- de waarde van huisvesting en inwoning die de werkgever op de werkplek ter beschikking stelt voor de vervulling van de dienstbetrekking;
- voorzieningen in de werkruimte thuis.
Voor elke nihilwaardering gelden strikte voorwaarden. Als daar niet aan wordt voldaan, wordt de waarde van de vergoeding of verstrekking aangemerkt als loon voor de werknemer.
8.3.1 Werkplek
parkeergarage
Voor de WKR is elke plaats waar uw werknemers werken en waarvoor u op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) verantwoordelijk bent een werkplek. Dit kan het bureau, een kamer of kantoortuin zijn, maar ook net zo goed een fabriekshal, een keuken, de parkeergarage of fietsenstalling of zelfs een openbare ruimte. Een bus, touringcar of vrachtwagen kan ook gezien worden als een werkplek als uw werknemer daarin zijn werk moet uitvoeren.
8.3.2 Consumpties op de werkplek
feest
locatie
Onder consumpties op de werkplek vallen drankjes, fruit, gebak en andere tussendoortjes met een beperkte waarde. Verstrekt u consumpties tijdens een feest op de werkplek, dan geldt ook een nihilwaardering. Als het feest op een andere locatie dan de werkplek plaatsvindt, is er geen sprake van een nihilwaardering en vormen de consumpties loon.
Organiseert u een sinterklaasfeestje op kantoor? Dan geldt voor de consumpties een nihilwaardering, maar de cadeautjes voor de kinderen vormen loon voor de werknemers.
8.3.3 Ter beschikking gestelde werkkleding
kleding
beeldmerk
Als u kleding ter beschikking stelt die werkkleding is, geldt er een nihilwaardering. Welke kleding is er ook alweer werkkleding? Het moet gaan om:
- Kleding die (nagenoeg) uitsluitend geschikt is om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen, zoals een uniform of een laboratoriumjas.
- Kleding die per kledingstuk is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de werkgever gebonden beeldmerken met een oppervlakte van gezamenlijk minimaal 70 cm2.
- Kleding die aantoonbaar achterblijft op de werkplek.
Het gaat uitdrukkelijk om kleding die eigendom van de werkgever blijft. Als u de kleding vergoedt of verstrekt en de werknemer wordt eigenaar van de kleding, geldt er geen nihilwaardering.
8.3.4 Rentevoordeel van personeelslening voor fiets
lagere rente
Verstrekt u een lening aan uw werknemer en u rekent een lagere rente dan gebruikelijk is in de markt? Dan geldt voor het rentevoordeel een nihilwaardering als de werknemer de lening gebruikt voor het aanschaffen van:
- een fiets;
- een elektrische fiets;
- een elektrische scooter.
8.3.5 Ter beschikking gestelde ov-abonnementen
reizen
Als het aannemelijk is dat uw werknemer een ov-abonnement of een voordeelurenkaart gebruikt voor woon-werkverkeer of voor andere zakelijke reizen, geldt voor het abonnement een nihilwaardering. Denk hierbij aan reizen die worden gemaakt om klanten te bezoeken of voor het volgen van een opleiding of cursus. Voorwaarde is wel dat het ov-abonnement minimaal 10% van de werkdagen in een loontijdvak wordt gebruikt voor zakelijke reizen. Voldoet u niet aan deze voorwaarde, dan vormt de waarde van het abonnement loon voor de werknemer.
8.3.6 Huisvesting en inwoning
werkplek
Om van de nihilwaardering voor huisvesting en inwoning gebruik te kunnen maken gelden de volgende voorwaarden:
- De werknemer woont niet op de werkplek.
- De werknemer moet redelijkerwijs gebruikmaken van de huisvesting.
Voorbeelden
U kunt hierbij denken aan werknemers aan boord van een schip of boorplatform, de brandweerman die op de kazerne slaapt of een groepsleider die slaapdiensten heeft in een gezinsvervangend tehuis.
8.3.7 Voorzieningen in de werkruimte thuis
Bij voorzieningen in de werkruimte thuis wordt onderscheid gemaakt tussen arbovoorzieningen en niet-arbovoorzieningen.
Arbowet
Als werkgever heeft u een arbeidsomstandighedenbeleid opgesteld op grond van de Arbowet. Alle voorzieningen die hieruit voortvloeien zijn arbovoorzieningen en vallen onder de gerichte vrijstellingen (zie hoofdstuk 9).
Niet-arbovoorzieningen
Toch geldt voor de volgende niet-arbovoorzieningen ook een nihilwaardering:
- ter beschikking gestelde voorzieningen die de werknemer op de werkplek gebruikt;
- consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd;
- ter beschikking gestelde werkkleding;
- de verstrekte huisvesting, energie, water en bewassing.
Werkplek
Om deze nihilwaarderingen voor niet-arbovoorzieningen toe te kunnen passen, moet u eerst vaststellen of de werkruimte in de woning van de werknemer voldoet aan de volgende voorwaarden van een ‘werkplek’:
- Het moet gaan om een zelfstandige ruimte met een eigen opgang en eigen sanitair.
- U heeft met de werknemer een reële (zakelijke) huurovereenkomst afgesloten, zodat alleen de werknemer over de ruimte beschikt.
- De werknemer werkt in die ruimte.
Aanvullende voorwaarden
op de werkplek
Vervolgens moet er aan de volgende drie voorwaarden worden voldaan:
- U stelt de niet-arbovoorzieningen in redelijkheid ter beschikking. Of dit het geval is, wordt per geval door de Belastingdienst beoordeeld.
- De werknemer gebruikt de voorzieningen geheel of gedeeltelijk op de werkplek.
- De voorzieningen voldoen aan de voorwaarden die voor een onbelaste terbeschikkingstelling gelden.