2.4 Afschrijvingen
De uitgaven voor bedrijfsmiddelen mag u niet in één keer als zakelijke kosten opvoeren, maar moet u afschrijven gedurende de levensduur van het bedrijfsmiddel. Alle uitgaven boven de € 450 aan zaken die langer dan één jaar meegaan zijn investeringen. De minimale afschrijvingstermijn is 60 maanden.
Economische levensduur
afschrijvingsperiode
Goed koopmansgebruik stelt dat de afschrijvingsperiode wordt gebaseerd op de economische levensduur. Dat is kort gezegd de tijd dat het bedrijfsmiddel van waarde is voor uw onderneming. De wetgever is daarvan afgeweken en heeft maximale jaarlijkse afschrijvingspercentages opgenomen in de wet:
- v
- oor goodwill is dat 10% per jaar;
- voor alle andere bedrijfsmiddelen is dat 20% per jaar.
Als u een bedrijfsmiddel buiten gebruik stelt voordat het volledig is afgeschreven, mag u op dat moment de resterende boekwaarde in één keer afschrijven tot nihil. Een eventuele verkoopopbrengst telt u uiteraard op bij de winst van uw onderneming.
Afschrijven op gebouwen
boekwaarde
Heeft u een bedrijfspand gekocht? Dan mag u hierop afschrijven, maar de hoogte van deze afschrijving is wel aan strikte voorwaarden gebonden. Zo mag u bijvoorbeeld alleen op bedrijfsgebouwen afschrijven als de boekwaarde hoger is dan de bodemwaarde. Als de boekwaarde gelijk (of lager) is dan de bodemwaarde, mag er niet meer worden afgeschreven.
WOZ-waarde
De bodemwaarde van een bedrijfspand wordt gebaseerd op de WOZ-waarde. Als u het gebouw gebruikt binnen uw eigen onderneming, bedraagt de bodemwaarde 50% van de WOZ-waarde. Verhuurt u het pand, dan is de bodemwaarde gelijk aan de WOZ-waarde. Overigens geldt bij bedrijfsgebouwen geen maximaal afschrijvingspercentage.
Er wordt volgens goed koopmansgebruik aangesloten bij de verwachte economische levensduur. Daarnaast moet u ook rekening houden met een restwaarde en het feit dat niet mag worden afgeschreven over grond.