U bent hier

Onderneming & Fiscus
De beste rechtsvorm voor uw onderneming2. De eenmanszaak2.2 Fiscale aspecten

2.2 Fiscale aspecten

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: juni 2022

startfase

belasting-voordelen

jaarrekening

Heeft u van tevoren al bepaald hoe u aansprakelijk wilt zijn, dan is de volgende stap het bepalen wat fiscaal het gunstigst is. Vooral in de startfase, als uw onderneming relatief weinig winst maakt, bent u fiscaal beter af met een eenmanszaak of vennootschap onder firma (vof, zie hoofdstuk 3). Zo heeft u vaak recht op extra belastingvoordelen, zoals de zelfstandigenaftrek (zie paragraaf 2.3). Bij een bv is de belastingdruk gemiddeld lager dan bij een eenmanszaak of vof, maar de kosten zijn hoger door jaarrekeningsverplichtingen en accountantskosten (zie hoofdstuk 5).

Op rendement.nl/fiscaaldossier vindt u een rekentool waarmee u met een paar muisklikken het financiële en fiscale verschil tussen een eenmanszaak en bv berekent.

2.2.1 BTW

zelfstandig

verlies

Voor de BTW bent u al snel ondernemer. Als u zelfstandig werkt en inkomsten heeft, bent u meestal al ondernemer voor de BTW. U moet regelmatig inkomsten hebben uit uw bedrijf of beroep. Het maakt niet uit in welke rechtsvorm u uw onderneming of beroep uitoefent. Een stichting of vereniging kan dus ook BTW-ondernemer zijn (zie hoofdstuk 10 en 11). Het is mogelijk dat uw onderneming in het begin verlies lijdt. Ook dan moet u BTW afdragen over uw omzet. Het kan dus zijn dat u geen ondernemer bent voor de IB, maar wel voor de BTW. Bijvoorbeeld als u wel omzet heeft, maar geen of weinig winst maakt.

BTW-vrijstelling

aanmelding

Als de fiscus u als BTW-ondernemer beschouwt, ontvangt u na uw aanmelding bij de KvK een BTW-identificatienummer van de Belastingdienst. Er zijn echter ondernemers die geen BTW hoeven te betalen. Het gaat dan om ondernemers die werkzaamheden verrichten waarvoor een BTW-vrijstelling geldt. Zo zijn er vrijstellingen voor sportclubs, gezondheidszorg, financiële diensten en verzekeringen, fondsenwervende activiteiten en onroerende zaken.

Minder administratie met de KOR

geen BTW

Als uw omzet lager is dan € 20.000, kunt u gebruikmaken van de kleineondernemersregeling (KOR). Hierdoor hoeft u geen BTW in rekening te brengen, maar kunt u de BTW die aan u in rekening is gebracht ook niet terugvragen. Op rendement.nl/fiscaaldossier vindt u een infographic van de KOR.

2.2.2 Inkomstenbelasting (IB)

bron van
inkomen

Voor de IB is allereerst van belang of sprake is van een bron van inkomen. Het aanwezig zijn van een bron van inkomen is niet alleen belangrijk om te bepalen of en hoe inkomen belast is, maar ook of verliezen aftrekbaar zijn van ander inkomen.

economisch verkeer

Maakt u structureel verlies of verricht u de activiteiten in de hobby- of familiesfeer, dan zal er meestal geen bron van inkomen zijn. Is er geen bron van inkomen, dan hoeft u deze inkomsten en bijbehorende kosten niet te vermelden in uw IB-aangifte. De Belastingdienst stelt de volgende voorwaarden voor het bestaan van een bron van inkomen:

  • deelname aan het economisch verkeer;
  • het (subjectieve) oogmerk voordeel te behalen;
  • de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.

Soort inkomen

Nadat is vastgesteld dat sprake is van een bron van inkomen, moet worden bepaald wat voor soort inkomen het is. Dit kan loon uit dienstbetrekking zijn, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden.

Loon uit dienstbetrekking

zelfstandigheid

premies

Misschien vindt u zelf dat u ondernemer bent, maar de Belastingdienst kan stellen dat u ‘gewoon’ in dienst bent bij uw opdrachtgever. Als uw opdrachtgever bepaalt hoe u uw werkzaamheden moet inrichten en uitvoert, ontbreekt zelfstandigheid en is meestal geen sprake van een onderneming. Voordeel van een dienstbetrekking is dat u verzekerd bent voor risico’s als werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid. Uw werkgever is namelijk verplicht premies werknemersverzekeringen af te dragen. Bent u ondernemer, dan moet u deze risico’s zelf dragen of verzekeren.

Volgens het Coalitieakkoord 2021-2025 komt er een wettelijk verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen. De verzekering wordt zo ingericht dat oneerlijke concurrentie en te grote inkomensrisico’s voor individuen worden voorkomen.

Zekerheid voor zzp’er

Wet DBA

arbeidsrelatie

Vanaf 2016 is de Wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties) van toepassing. U bent samen met uw opdrachtgever verantwoordelijk voor de arbeidsrelatie die u met elkaar aangaat. U moet ervoor zorgen dat er duidelijkheid is over uw arbeidsrelatie en dat er in feite geen sprake is van loondienst. In twijfelgevallen kunt u samen met uw opdrachtgever gebruikmaken van een modelovereenkomst van de Belastingdienst.

Begin 2021 is de pilot van de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) van start gegaan. Een verdere ontwikkeling van de WBA moet zzp’ers en hun opdrachtgevers helpen bij het vooraf verkrijgen van zekerheid over de aard van de arbeidsrelatie.

Winst uit onderneming

ondernemersrisico

aansprakelijk

Wanneer is dan wel sprake van een onderneming? Dit hangt van meerdere omstandigheden af. Hieronder volgen enkele voorbeelden:

  • U steekt geld in uw onderneming. Denk bijvoorbeeld aan de aanschaf van materiaal, gereedschap of een laptop.
  • U werkt voor meerdere opdrachtgevers.
  • U loopt ondernemersrisico. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat klanten niet betalen. Dan bestaat de kans dat u uw geïnvesteerde geld kwijtraakt als u failliet gaat.
  • U bent aansprakelijk voor de schulden van uw onderneming.
  • U presenteert uzelf als ondernemer. Dit kan via een website, reclame, social media, etcetera.

Na uw aanmelding als ondernemer bij de Belastingdienst, beoordeelt de Belastingdienst aan de hand van uw omstandigheden of u aan de eisen voor ondernemerschap voldoet.

Bent u geen ondernemer, maar ook niet in dienst bij uw opdrachtgever? Dan is sprake van resultaat uit overige werkzaamheden. Dit is een restcategorie.

Meerdere activiteiten

nauw verband

in elkaars 
verlengde

dezelfde 
klantenkring

Als u verschillende activiteiten onderneemt in uw eenmanszaak, hoeft dit niet te betekenen dat deze activiteiten voor de IB tot één onderneming behoren. Voor het beantwoorden van de vraag of twee (of meer) activiteiten tot één onderneming behoren, kijken rechters of tussen de activiteiten voldoende samenhang of een nauw verband bestaat. Activiteiten zijn nauw met elkaar verbonden als ze niet los van elkaar kunnen bestaan. Maar vaker wordt een beroep gedaan op de samenhang – in elkaars verlengde liggen – van de diverse activiteiten. Daarvoor moet minimaal aan de volgende drie voorwaarden worden voldaan. Er is sprake van:

  • dezelfde aard van de activiteiten;
  • dezelfde klantenkring;
  • dezelfde benodigde vaardigheden.

Voorbeelden

verschillende vaardigheden

Neem bijvoorbeeld een beleggingssite en de ontwikkeling van een computerspel. Deze activiteiten vereisen verschillende vaardigheden, ze hebben een andere klantenkring en niet dezelfde doelstelling en liggen niet in elkaars verlengde. Het feit dat beide activiteiten iets met computers te maken hebben is onvoldoende om te kunnen spreken van één onderneming voor de IB.

Overlap

Stel een gastouder verkoopt zelfgemaakt speelgoed. Hier gaat het – gelet op de aard ervan en het verschil in klantenkring – om twee aparte activiteiten. Dat beide activiteiten op kinderen zijn gericht, met deels overlap in de klantenkring, maakt dit niet anders.

splitsing

zelfstandigenaftrek

Bij meerdere activiteiten binnen één eenmanszaak kan splitsing tot gevolg hebben dat:

  • Het verlies van een activiteit vervalt. Er is geen bron.
  • De bronkwalificatie wijzigt van ondernemerschap naar resultaat uit overige werkzaamheden.
  • De zelfstandigenaftrek vervalt door te weinig uren als ondernemer (zie paragraaf 2.4.1).

Het is belangrijk om de bron van inkomen goed te bepalen, omdat per bron de wijze van belastingheffing verschilt.