2.2 Ontwikkeling relatie met de bestuurder
voorzitter
De eerste WOR werd in 1950 aangenomen door de Eerste Kamer. Daarmee ontstond een stevigere basis voor medezeggenschap van werknemers in Nederlandse organisaties. De WOR is altijd uitgegaan van een bepaalde relatie tussen de OR en de bestuurder. In het begin was de bestuurder zelfs voorzitter van de OR. Vanaf eind jaren 70 ontstond de behoefte aan meer onafhankelijkheid tussen beide stakeholders. De bestuurder verliet de OR en werd de gesprekspartner voor de OR. De OR kreeg toen meer bevoegdheden.
2.2.1 Relatie bepaalt deels succes van de OR
onevenwichtigheid
De relatie tussen de bestuurder en uw OR is deels bepalend voor het succes van de medezeggenschap. De WOR biedt dan nog steeds de nodige handvatten om deze relatie vorm te geven. Maar zowel het instituut OR als het instituut bestuurder hebben te maken met een bepaalde 'onevenwichtigheid' rondom de invulling van die relatie en dat heeft weer zijn uitwerking op de relatie tussen de instituten:
- Meestal wordt de OR na drie jaar opnieuw gekozen.
- Bestuurders zitten gemiddeld vijf jaar op hun plek.
- Bij veel ondernemingsraden wijzigt de samenstelling tijdens een zittingsperiode.
- OR-leden zijn tot elkaar veroordeeld. Geen enkel team in de organisatie wordt op basis van willekeur samengesteld, maar bij de OR is dit wel het geval.
Onderhouden
relatieproblemen
U moet de onderlinge band niet alleen opbouwen, u moet die ook direct onderhouden. En dat gaat vaak met twee stappen vooruit en één stap terug. De bestuurder en OR die dit onvoldoende in gedachten houden, komen elkaar tegen op onhandige momenten, bijvoorbeeld als ze elkaar nodig hebben voor een advies- of instemmingsvraag. En dat terwijl veel 'relatieproblemen' tussen uw OR en de bestuurder al opgelost kunnen zijn voordat die belangrijke advies- of instemmingsaanvraag op tafel ligt.
2.2.2 Ontwikkeling in verschillende stadia
vechten
professionaliseringsniveau
Belangrijk daarbij is dat de bestuurder en uw OR in een gezamenlijke omgeving opereren en dat uw relatie zich in verschillende stadia ontwikkelt. Het begint in het allereerste stadium van medezeggenschap, waarin uw OR aan het vechten is voor zijn rechten en veel bestuurders de OR vooral zien als een verspilling van tijd. Het moet zich ontwikkelen tot een relatie van onderhandelen en samenwerken, waarin de bestuurder uw OR herkent als een belangrijke speler op het veld, dat wordt gevormd door de onderneming en zijn omgeving van andere belanghebbenden en andere organisatieonderdelen. In die ontwikkeling kunnen uw bestuurder en uw OR elkaar helpen of hinderen. U moet beiden volwassen worden in uw professionaliseringsniveau.
Het is de bedoeling dat er een cultuur van medezeggenschap ontstaat die het proces van medezeggenschap ondersteunt, ook al wisselen de spelers.