1.2 Aspecten van een goede verstandhouding
uniek
situationeel
Iedere OR is uniek, elke bestuurder heeft zijn eigen kenmerken en ook opereren OR en bestuurder in veel verschillende omgevingen. Er is dus helaas geen kant-en-klaar-recept voor de goede verstandhouding tussen OR en bestuurder. Wel laat dit themadossier een aantal aspecten rondom 'een goede verstandhouding' aan bod komen. Het is aan u om eruit te halen wat u kunt gebruiken in uw situatie.
Wat een goede verstandhouding is, is ook situationeel bepaald. In het algemeen kunt u ervan uitgaan dat een goede verstandhouding niet hetzelfde is als een situatie waarin bestuurder en OR het voortdurend met elkaar eens zijn. Integendeel. Zonder wrijving geen glans.
Juist relaties waarin het mogelijk is om het met elkaar oneens te zijn, laten mooiere medezeggenschapsresultaten zien. En daarmee ook kwalitatief betere besluiten.
Gezag
invloed
Dat de bestuurder en uw OR een verstandhouding moeten hebben, vindt u terug in het wettelijk kader. Bestuurder en OR hebben namelijk geen gezag als het gaat om hun onderlinge verhouding. Ze moeten het beiden hebben van argumenten en van invloed. Voor heel wat besluiten geldt dat uw bestuurder eerst bij uw OR te rade moet gaan. En omgekeerd geldt het net zo. Uw OR kan zelfstandig niets veranderen in een organisatie. U kunt hooguit proberen de bestuurder ertoe te bewegen om het, in de ogen van uw OR, juiste besluit te nemen. Uw OR en de bestuurder hebben elkaar nodig en dat betekent dat u er beiden baat bij heeft om een goede verstandhouding op te bouwen.
Medezeggenschapsspel
versterken
Uw OR en uw bestuurder hebben ieder een eigen rol die zij zelf, maar ook samen, moeten ontwikkelen. Juist om ervoor te zorgen dat zij vanuit hun eigen positie kunnen blijven opereren en zich kunnen blijven verantwoorden naar hun achterban. Door de juiste beheersing van het 'medezeggenschapsspel' kunnen beide organen elkaar weer versterken.