U bent hier

6.3 Dienstverlening binnen de EU

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: april 2023

intracommunautair

Binnen de EU heeft u geen speciale documenten nodig (met uitzondering van uw identiteitsbewijs) om te reizen naar het land waar u de dienst levert. Zoals u in paragraaf 5.3 kon lezen zijn bij een intracommunautaire dienst diverse situaties mogelijk. Die situaties kunnen zich ook voordoen in het land waar u de dienst levert. Verdiep u dus in de lokale wetten en regels in het bestemmingsland (zie paragraaf 2.2).

6.3.1 Business-to-business

BTW-nummer

Als u een dienst verleent aan een ondernemer – of een organisatie die geen ondernemer is, maar wel een BTW-identificatienummer heeft – in een ander EU-land, is die dienst meestal belast in het land van de afnemer. De afnemer berekent zelf de BTW en betaalt deze in zijn eigen land.

Plaats van dienst

BTW verlegd

opgaaf ICP

Bij zo’n intracommunautaire dienst reikt u dus een factuur uit zonder BTW en u noteert daarop ‘BTW verlegd’. Heeft u de verleggingsregeling niet toegepast terwijl u dat wel had moeten doen, dan heeft u onterecht een factuur met BTW verstuurd. Deze BTW moet u toch aangeven en betalen. Let op: u past deze verleggingsregeling alleen toe bij diensten. Bij intracommunautaire leveringen van goederen past u het nultarief toe (zie paragraaf 6.1.1). U geeft de dienst aan in uw BTW-aangifte bij rubriek 3 ‘Prestaties naar of in het buitenland’. Daarnaast doet u van uw intracommunautaire diensten een opgaaf ICP (zie paragraaf 6.1.4).

Uitzonderingen

onroerende zaken

Voor een aantal diensten geldt een uitzondering op de hoofdregel dat een intracommunautaire dienst belast is daar waar de afnemer gevestigd is. Diensten met betrekking tot bijvoorbeeld onroerende zaken, personenvervoer of diensten die te maken hebben met cultuur, kunst, sport, wetenschap, ontspanning of onderwijs zijn belast in het land waar de dienst plaatsvindt.

6.3.2 Business-to-consumer

exporteur

Gaat het om dienstverlening aan een klant die geen BTW-identificatienummer heeft en dus geen BTW-aangifte doet, bijvoorbeeld een particulier? Dan is de dienst meestal belast in het land waar de dienstverlener is gevestigd. Als exporteur brengt u de klant dus Nederlandse BTW in rekening en u doet in Nederland BTW-aangifte.

De plaats waar de dienstverlener de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft, is leidend. Worden de diensten vanuit een vaste inrichting verricht, dan geldt als plaats van dienst de plaats waar de vaste inrichting zich bevindt.

Uitzonderingen

digitale 
diensten

De hoofdregel is dat een dienst die u levert aan niet-ondernemers in EU-landen belast is daar waar de dienstverlener is gevestigd. Hierop bestaan enkele uitzonderingen. Zo worden bijvoorbeeld telecommunicatiediensten, omroep- en elektronische diensten (digitale diensten) die u levert aan particulieren belast in het EU-land van de afnemer.

BTW-regels digitale diensten eenvoudiger

omzet

OSS-systeem

Tot 1 januari 2019 moesten BTW-ondernemers die via internet elektronische diensten, omroepdiensten en telecommunicatiediensten leveren aan particulieren in andere EU-landen BTW-aangifte doen in het land van de afnemer. Vanaf 1 januari 2019 zijn deze ondernemers BTW verschuldigd in het land waar ze zijn gevestigd. Zij mogen voor digitale diensten die zij leveren in andere EU-landen in het voorgaande kalenderjaar niet meer dan € 10.000 aan omzet hebben. In de BTW-aangifte wordt deze omzet en BTW aangegeven bij vraag 1a/1b. Bij een omzet van 
€ 10.000 of meer per jaar aan digitale diensten aan particulieren in andere EU-landen moeten zij de BTW aangeven via de mini One Stop Shop-regeling (zie ook hoofdstuk 7). Op rendement.nl/fadossier vindt u een overzicht van alle administratieregels die gelden voor digitale diensten.