4.2 Internationale fiscale gevolgen
hoofdregel
Bij internationale tewerkstelling van werknemers spelen vraagstukken rond internationaal belastingrecht. Als hoofdregel geldt dat uw onderneming bij tewerkstelling van een buitenlandse werknemer in Nederland op de normale wijze loonheffingen inhoudt en afdraagt.
4.2.1 Belastingverdrag
dubbele heffing
In situaties van dubbele heffing, kan een belastingverdrag uitkomst bieden. Dit verdrag beschermt de werknemer tegen dubbele heffing en regelt hoe de heffing van belasting op elkaar wordt afgestemd. Als er zo’n belastingverdrag is, heft het land waar de werknemer werkt.
183-dagenregeling
uitzondering
vaste inrichting
Op deze hoofdregel bestaat één uitzondering: de 183-dagenregeling, waarbij het land waar de werknemer woont, heft. In dat geval moet aan deze drie voorwaarden zijn voldaan:
- De werknemer verblijft binnen een tijdvak van 12 maanden niet langer dan 183 dagen in het werkland. De periode waarover u het (maximale) aantal verblijfsdagen moet toetsen hangt af van het betreffende werkland.
- De beloning wordt betaald door of namens een werkgever die niet in het werkland is gevestigd.
- De beloning komt niet ten laste van een vaste inrichting van de werkgever in het werkland (zoals een filiaal) of van een vast middelpunt van de werknemer in het werkland.
Voor toetsing aan de eerste voorwaarde van de 183-dagenregeling moet u alle verblijfsdagen in het werkland meetellen. U telt dus ook de dagen in het werkland mee waarop de werknemer niet heeft gewerkt, zoals weekend, ziekte, opleiding of staking.
Materiële werkgever
formele werkgever
gezags- verhouding
doorbelasten
Het kan wat betreft toetsing aan de tweede voorwaarde van de 183-dagenregeling soms lastig zijn om te bepalen of er sprake is van een materiële werkgever in het werkland, zoals bij het uitlenen, uitzenden en detacheren van personeel. De materiële werkgever is de entiteit die de arbeidsprestaties van de werknemer dag in dag uit aanstuurt. De Belastingdienst kijkt niet naar de formele werkgever waarmee de werknemer de arbeidsovereenkomst heeft afgesloten. Er is in elk geval sprake van een materiële werkgever in het werkland als aan alle drie volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Er bestaat een gezagsverhouding tussen de werknemer en de opdrachtgever in het werkland.
- De werkzaamheden komen voor rekening en risico van de opdrachtgever in het werkland.
- Het loon van de werknemer wordt doorbelast aan het werkland.
Op het moment dat een werknemer over een periode van 12 maanden meer dan 60 dagen in Nederland werkt, mag u de 60-dagenregeling toepassen. De Belastingdienst is dan heffingsbevoegd. Werkt de werknemer minder dagen, dan mag de buitenlandse fiscus heffen.
4.2.2 Geen belastingverdrag
aangifte
Als er geen belastingverdrag van toepassing is, zal Nederland als werkland het loon op de normale wijze belasten. In het herkomstland moet de werknemer aangifte doen van zijn wereldinkomen, waaronder dus het loon uit Nederland. Het loon is dan dubbel belast. Mogelijk kan de buitenlandse werknemer in het herkomstland nog een vermindering vragen ter voorkoming van dubbele belasting.
Nederland is woonland
aantonen
Heeft Nederland geen belastingverdrag met het werkland, dan geldt het Besluit aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing. U kunt dan het deel van het loon dat de werknemer in het buitenland heeft verdiend buiten beschouwing laten bij de inhouding van loonbelasting. U mag de eenzijdige regeling echter slechts in twee situaties toepassen:
- De werknemer werkt minder dan 30 aaneengesloten dagen in een niet-verdragsland en kan aantonen dat hij daar belasting betaalt over het daar verdiende loon.
- De werknemer werkt 30 aaneengesloten dagen of meer in een niet-verdragsland en maakt aannemelijk dat het werkland belasting heft over het daar verdiende loon.
4.2.3 Grensoverschrijdende situaties
volledige loon
heffings-bevoegdheid
inkomsten-verhouding
premieheffing
Of u loonbelasting moet inhouden op het loon van de buitenlandse werknemer, hangt af van waar hij zijn werkzaamheden uitvoert. De volgende situaties zijn mogelijk:
- De werknemer woont en werkt in Nederland. U houdt loonbelasting in over zijn volledige loon.
- De werknemer woont in een verdragsland en werkt in Nederland.
- Werkt de werknemer alleen in Nederland voor uw onderneming, dan moet u over zijn volledige salaris loonbelasting inhouden.
- Werkt de werknemer in één kalenderjaar meer dan 10% in Nederland, dan houdt u loonbelasting in over het Nederlandse loon en ook over het loon dat de werknemer in het verdragsland verdient als het belastingverdrag de heffingsbevoegdheid hierover aan Nederland toewijst.
- Werkt de werknemer in één kalenderjaar minder dan 10% in Nederland en dus met name in het buitenland, dan houdt u geen loonbelasting in over zijn loon.
- De werknemer woont in een niet-verdragsland en werkt in Nederland.
- Werkt de werknemer in één kalenderjaar meer dan 10% in Nederland, dan houdt u loonbelasting in over het Nederlandse loon en over het buitenlandse loon als dat in het woonland niet aan belasting is onderworpen. Als het woonland wel belasting heft over het daar verdiende loon, houdt u hier geen loonbelasting over in. Bij het laatste doet u aangifte onder twee nummers inkomstenverhouding.
- Werkt de werknemer in één kalenderjaar minder dan 10% in Nederland en zijn totale loon is daar aan belasting onderworpen, dan houdt u geen loonbelasting in over zijn loon in het niet-verdragsland.
- Werkt de werknemer in één kalenderjaar minder dan 10% in Nederland en zijn totale loon is daar niet aan belasting onderworpen, dan houdt u loonbelasting in over zijn loon.
- De werknemer woont in Nederland en werkt in het buitenland. De hoofdregel bij belastingheffing in internationale situaties is dat het woonland van de werknemer heffingsbevoegd is. In dit geval is dat Nederland.
- De werknemer woont en werkt in het buitenland. U hoeft geen loonbelasting in te houden op het salaris dat u hem uitbetaalt. Voor de premieheffing is dit mogelijk anders.
Op de toewijzing van de heffingsbevoegdheid aan het werkland is er één uitzondering: de 183-dagenregeling.
Als de werknemer binnen één dienstbetrekking zowel in Nederland als in het buitenland werkt, kan dit ertoe leiden dat de werknemer over dat loon deels in Nederland en deels in het buitenland loonbelasting moet betalen. Dat wordt een ‘salary split’ genoemd.