U bent hier

Onderneming & Fiscus
Overeenkomsten bv & dga7. Besluiten jaarrekening, decharge en dividend 7.1 Decharge

7.1 Decharge

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: april 2022

ondernemingsrecht

vermogens-nadeel

In de praktijk wordt er jaarlijks decharge verleend aan het bestuur van een bv. De aandeelhouders verlenen de decharge namens de bv. Maar wat houdt decharge daadwerkelijk in? In het ondernemingsrecht betekent decharge ‘ontslag van aansprakelijkheid van de bestuurder in de verhouding tot de vennootschap waarvan hij bestuurder is, voor eventueel vermogensnadeel dat de vennootschap door diens handelen heeft geleden of komt te lijden’.

Met de maatwerkbrief op rendement.nl/bvdossier stelt u eenvoudig een schriftelijke bevestiging op van decharge van uw bv aan u als bestuurder.

Taken naar behoren vervullen

intern 


extern

Door de decharge geeft de bv expliciet te kennen dat u uw taak als bestuurder naar behoren heeft vervuld. Met andere woorden: de bv kan u niet meer aansprakelijk stellen voor missers in het gevoerde beleid (interne aansprakelijkheid). Maar de decharge beschermt u er niet tegen dat bijvoorbeeld schuldeisers u aansprakelijk stellen (externe aansprakelijkheid). De meest voorkomende vormen van decharge zijn:

  • periodieke decharge, dit is over het algemeen de jaarlijkse decharge;
  • finale decharge, deze ziet op alle handelingen die u heeft verricht in de periode dat u bestuurder was van de bv.

7.1.1 Periodieke decharge

algemene 
vergadering

In de praktijk wordt er jaarlijks decharge verleend tijdens de algemene vergadering waarbij de jaarrekening wordt vastgesteld. Deze decharge is beperkt tot het gevoerde (financiële) beleid in het betreffende boekjaar. Als aandeelhouders decharge verlenen aan bestuurders, moeten zij inzicht hebben in het gevoerde beleid.

algehele beleid

Meestal baseert een aandeelhouder de decharge op de jaarrekening. Uit de jaarrekening blijkt dan wel het financiële resultaat van het beleid, maar over het algehele beleid valt hier mogelijk te weinig uit af te leiden. In die zin heeft een decharge op basis van de jaarrekening een relatief magere grondslag. Mocht achteraf blijken dat zaken fout zijn gegaan die niet in de jaarrekening worden genoemd? Dan ziet de decharge niet op die zaken, tenzij deze in de algemene vergadering ter sprake zijn gekomen. De bestuurder kan dus alsnog te maken krijgen met interne aansprakelijkheid.

Dga verleent decharge aan zichzelf

impliciet

niet 
instemmen

Bij een ‘eenpersoonsvennootschap’ besluit u (op basis van artikel 2:210 lid 5 van het BW) bij ondertekening van de jaarrekening impliciet als enig aandeelhouder tot vaststelling van de jaarrekening én decharge aan uzelf als bestuurder voor het betreffende boekjaar. Dit is alleen anders als:

  • er andere vergadergerechtigden zijn die niet instemmen met deze wijze van besluitvorming; of
  • de toepassing van artikel 2:210 lid 5 van het BW statutair is uitgesloten.

In deze gevallen kunt u nog terugvallen op de hoofdregel dat de algemene vergadering het besluit neemt tot vaststelling van de jaarrekening en tot het verlenen van decharge.

Het impliciete dechargebesluit moet schriftelijk worden vastgelegd. Het niet op schrift zetten hiervan is een overtreding van het schriftelijkheidsvereiste, maar levert ook een economisch delict op.

7.1.2 Finale decharge

ontslag

zonder 
voorbehoud

Finale decharge vindt over het algemeen plaats bij ontslag of aftreden van een bestuurder, ook bij een eenpersoonsvennootschap. Bij een finale decharge wordt vaak bepaald dat de decharge wordt gegeven zonder vermelding van de gegevens waarop deze is gebaseerd. Vaak geschiedt deze decharge ook zonder enig voorbehoud.

reikwijdte

redelijkheid

Met het geven van deze finale kwijting doet de bv afstand van elk recht op schadevergoeding vanwege mogelijke of gebleken onbehoorlijke taakvervulling. De reikwijdte van de finale decharge is meestal groter dan die van een periodieke (jaarlijkse) decharge. Het uitgangspunt is dat partijen definitief uit elkaar gaan. Dit rechtvaardigt ook het feit dat er afstand wordt gedaan van ieder vorderingsrecht. Hoe de reikwijdte van de decharge wordt geformuleerd, is van groot belang. Dat de finale decharge onbeperkt en onvoorwaardelijk is, en ziet op het gehele bestuurstijdvak lijkt daarbij het uitgangspunt. Maar enkel dat opnemen is te weinig. Een finale decharge zal niet onbeperkt overeind blijven als deze in strijd blijkt te zijn met de redelijkheid en billijkheid. Of dat zo is, kan per geval verschillen.