5.3 Het sleutelveld
filteren
opzoekveld
Om de feitentabellen te filteren op één of meerdere dimensies moet u een relatie tussen deze twee tabellen leggen. Hiervoor gebruikt u een kolom die dient als opzoekveld voor de andere tabel, oftewel de gemene deler. U kunt dit vergelijken met de functie verticaal zoeken (VERT.ZOEKEN) in Excel.
Voorbeeld
klantcode
Om bijvoorbeeld het Feit ‘Omzet’ per klant te berekenen moeten beide tabellen dezelfde waarde van de klant hebben. Vaak gaat het om kolommen die in de naam code, id of key heeft. Denk hierbij aan klantcode of klantid. Een vereiste voor een goede dimensietabel is dat de waarden in het sleutelveld voor elke regel uniek zijn. In Power BI wordt dit als ‘1’ (Eenzijde) aangeduid.
De inhoud van de kolom wordt gebruikt voor: | Hoort in de tabel |
Het categoriseren of filteren (bijvoorbeeld per werknemer, per maand enzovoort). Deze zet u in een slicer of op de As-lijn. |
Dimensie |
Het tellen of berekenen (van bijvoorbeeld de omzet, aantal orders enzovoort). De kolom wordt vaak geaggregeerd (sum, count, average) of is een registratiedatum. | Feit |
Het opzoeken van een andere waarde en bevat alleen unieke sleutels (= Sleutelkolom). | Dimensie (One-side) |
De kolom wordt gebruikt om een andere waarde op te zoeken en bevat meerdere keren dezelfde sleutelwaarden (= Sleutelkolom). | Feit (Many-side) |
sleutelwaarde
Voor de feitentabellen geldt dat dezelfde sleutelwaarde meerdere keren kan voorkomen en wordt weergegeven met een ‘*’ (Many-side). Immers een terugkerende klant waar een verkoopfactuur naar verstuurd is, zal vastgelegd zijn met dezelfde klantsleutel.