U bent hier

Onderneming & Administratie
Werken met Power BI5. Datamodelleren5.2 Dimensie- versus feitentabellen

5.2 Dimensie- versus feitentabellen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: oktober 2022

categoriseren

Het optimale datamodel voor Power BI is opgebouwd uit twee soorten tabellen. De dimensietabel gebruikt u in Power BI om meetgegevens te filteren of te categoriseren. In Power BI zult u de gegevens uit deze tabel daarom vaak gebruiken op een As-lijn, een legenda of om de taartpunten in een taartdiagram te duiden.

5.2.1 Dimensietabel

stamtabellen

grootboekrekeningen

De data in deze tabellen zijn vaak beschrijvend van aard en bevatten bijvoorbeeld omschrijvingen, categorieën en statusomschrijvingen. Synoniemen van deze tabellen zijn stamtabellen of mastertabellen. Voorbeelden van dimensietabellen zijn:

  • producten;
  • periode;
  • klanten;
  • grootboekrekeningen.

5.2.2 Feitentabel

transactie

factuur

De feitentabel bestaat uit gegevens die u rekenkundig wilt aggregeren. De data die in de tabellen terechtkomen, zijn afgeleid van de vastlegging van een bepaalde transactie. Denk bijvoorbeeld aan een ziekmelding. Elke ziekmelding wordt vastgelegd als één aparte regel en onder andere de datum waarop de ziekmelding plaats heeft gevonden. Om het aantal ziekmeldingen te tonen in een rapport zal elke regel in de tabel geteld worden. Het kan ook gaan om het optellen van getallen in een kolom, bijvoorbeeld het factuurbedrag per factuurregel of het aantal verkochte stuks.

Ook het uitrekenen van ratio’s en gemiddelden doet u op basis van de gegevens die afkomstig zijn uit een feitentabel. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld gegevens voor een budget, winst-en-verlies en de urenregistratie.

De omzet per productkleur

feitentabel

In Power BI worden productkleuren gebruikt voor het tonen van de labels op de As-lijn. Elke kleur vormt een aparte berekening in Power BI waarbij de tabel ‘Product’ gefilterd wordt op de getoonde kleur. Alle producten die deze kleur bevatten worden vervolgens opgezocht in de feitentabel waar de omzetkolom in terug te vinden is. In het onderstaande voorbeeld is dit de tabel ‘Verkoopfacturen’, kolom ‘Bedrag’. De hoogte van de balken worden bepaald door de omzet te aggregeren (in dit geval op te tellen) per productkleur.

eigenschap

Het optimale BI-datamodel om deze grafiek weer te geven bestaat dus uit twee verschillende tabellen. Een dimensietabel, die de eigenschap van de producten bevat (in dit geval de productkleur), en een feitentabel waar de omzet uit berekend kan worden (in dit geval een tabel met de ingevoerde verkoopfacturen).