U bent hier

7.1 Regels voor giftenaftrek

Laatst gewijzigd: september 2022

giftenaftrek

Voor de aftrekbaarheid van gewone giften van particulieren geldt een drempelbedrag van 1% van het inkomen van de schenker met een minimum van € 60. Het maximum is 10% van dit drempelinkomen. In verband met de belangrijke rol die het bedrijfsleven kan spelen voor non-profitorganisaties, is er geen drempel voor de giftenaftrek van organisaties en is het percentage voor het totaal te schenken bedrag maximaal 50% van de behaalde winst. Daarbij mag het totaal aan aftrekbare giften per jaar niet meer bedragen dan € 100.000.

Maximale aftrek van € 100.000

onbeperkte giftenaftrek

sponsoring

U kunt zich afvragen waarom er in plaats van de maximale aftrek van € 100.000 geen onbeperkte giftenaftrek is. Maar uit onderzoek is gebleken dat op jaarbasis het totaal aantal aftrekbare giften dat uit meer dan € 100.000 per gift bestaat heel beperkt is. Hogere uitgaven aan ANBI’s vinden vaak plaats in de vorm van sponsoring.

Voorbeeld

De ziekenomroep van het plaatselijke ziekenhuis is hard aan nieuwe apparatuur toe. Maar de geldmiddelen heeft de stichting niet. Voor dat doel klopt ze bij diverse regionale bedrijven aan om een gift te doen. De directeur van één van de plaatselijke bedrijven is begaan met de ziekenomroep, omdat zijn vrouw helaas regelmatig in het ziekenhuis ligt. Hij schenkt de stichting een bedrag van € 10.000, waarmee de ziekenomroep de benodigde apparatuur kan kopen. Dit bedrag kan de directeur geheel van de winst van zijn bedrijf aftrekken.

Periodieke schenking aan verenigingen

periodieke schenking

Een periodieke schenking aan een vereniging (geen ANBI) is voor de schenker alleen aftrekbaar als hij deze schenking aan een vereniging doet die aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • De vereniging heeft minstens 25 leden.
  • De vereniging heeft volledige rechtsbevoegdheid.
  • De vereniging is vrijgesteld van VPB of is er niet aan onderworpen.
  • De vereniging is gevestigd in een EU-land, op Sint-Maarten, Curaçao, Aruba, de BES-eilanden of in een ander door de Belastingdienst aangewezen land.

Vrijwilligersvergoeding als giftenaftrek

vrijwilligers-vergoeding

Als een vrijwilliger afziet van een vrijwilligersvergoeding, kunt u ze attenderen op de giftenaftrek waar ze mogelijk recht op hebben. Via de IB-aangifte levert hun inzet mogelijk een aftrekpost op.

De voorwaarden hiervoor zijn:

  • De vrijwilliger maakt aanspraak op een vergoeding van de ANBI.
  • De ANBI legt dit recht in een verklaring vast.
  • De ANBI moet in staat zijn de vergoeding uit te keren.
  • De vrijwilliger wenst af te zien van deze vergoeding.

multiplier

Voldoen de vrijwilliger en uw ANBI aan de voorwaarden, dan kan de vrijwilliger de vergoeding opvoeren als aftrekbare gift in de IB zonder dat hiervoor een kasrondje door uw ANBI moet worden gemaakt. Deze gift is niet in de multiplier opgenomen. Het is niet gewenst bij aftrekbare giften onderscheid te maken op basis van de oorsprong van het geschonken bedrag.

Te vergoeden kosten

te vergoeden kosten

maatschappelijke normen

Ook kan de vrijwilliger een vergoeding voor daadwerkelijk gemaakte kosten waarvan hij afziet, opvoeren als aftrekbare gift. Deze kosten moeten wel naar algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen behoren tot te vergoeden kosten. Hieronder vallen bijvoorbeeld:

  • reiskosten;
  • portokosten;
  • kosten voor enveloppen, papier of inkt;
  • auto- en taxikosten (voor autokosten geldt nu een vast bedrag van € 0,19 per kilometer). Voor taxikosten kan hij de werkelijke kosten meetellen. Dit geldt ook als de vrijwilliger geen onkostenvergoeding is overeengekomen.

Als de vrijwilliger aftrek claimt voor zowel het afzien van de forfaitaire vergoeding via de vrijwilligersverklaring als voor werkelijk gemaakte kosten, komt de forfaitaire vergoeding in mindering op de werkelijke kosten.

Maatschappelijke opvattingen

De algemeen aanvaarde maatschappelijke normen doen in het algemeen dienst om extreme gevallen te bestrijden. Zo wilde Bram, die als vrijwilliger bij een stichting werkte, een nieuwe computer aanschaffen. De stichting was niet zo goed bij kas dat zij de computer kon vergoeden. Bram meende dat hij deze computer dan wel als gift in zijn IB-aangifte kon opvoeren. Aangezien hij deze computer slechts gedeeltelijk gebruikte voor zijn werkzaamheden bij de stichting, behoorden deze uitgaven niet tot de kosten die naar maatschappelijke opvattingen worden vergoed door de instellingen waarvoor hij werkzaamheden verricht.

‘Arme’ ANBI’s

‘arme’ ANBI

Bij ‘arme’ ANBI’s is meestal geen sprake van een overeenkomst voor onkostenvergoeding, omdat zij zich dit niet kunnen veroorloven. Bij de toetsing van een ‘arme’ ANBI door de Belastingdienst blijkt dat het in de praktijk wel eens misliep betreffende de uitgangspunten.

De Belastingdienst moet bij de toets of een ANBI de vergoeding zou kunnen betalen, uitgaan van de werkelijk met een vrijwilliger gemaakte afspraken door de ANBI over een vergoeding en er niet van uitgaan dat alle vrijwilligers recht op een vergoeding hebben en dat zouden kunnen claimen. Op deze wijze wordt de vrijwilliger van de ‘armere’ ANBI niet benadeeld.