2.3 Wet verbetering poortwachter
eindverantwoordelijk
re-integratie
Door de WVP moeten werkgever en werknemer zich samen met arbodienst of bedrijfsarts inspannen om de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. De bedrijfsarts is medisch verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van werknemers. De werkgever blijft echter in algemene zin eindverantwoordelijk. De bedrijfsarts moet:
- periodiek of op verzoek rapporteren over:
- werkzaamheden waartoe een werknemer in staat is;
- de verwachte duur van het arbeidsverzuim.
- adviseren over aanpassingen, voorzieningen of interventies die de werkgever voor de re-integratie moet treffen.
rapport
langdurig verzuim
Daarnaast mogen bedrijfsartsen aan een werkgever melden of een verzuimende werknemer zich houdt aan de verplichtingen rondom de re-integratie-inspanningen. Denk aan het verstrekken van juiste informatie en het meewerken aan de genezing. De bedrijfsarts legt de medische beoordeling in een rapport vast. Hierbij weegt hij ook de arbeidsomstandigheden en belastende arbeidsfactoren mee. Is er sprake van dreigend langdurig verzuim, dan moet de werkgever een re-integratiedossier bijhouden. Hierin staan het verloop van de ziekte en alle activiteiten die zowel de werkgever als de werknemer hebben ondernomen om terugkeer naar werk mogelijk te maken.
Werkgevers die een verzuimverzekering hebben afgesloten, moeten informatie van de bedrijfsartsen naar de verzekeraar doorzenden.
Meewerken
stagnerend herstel
De bedrijfsarts is alert op stagnerend herstel. Dat kan komen door onvoldoende behandeling, gedrag dat niet bijdraagt aan gezonde terugkeer in werk of een (on)verwachte werksituatie die klachten en beperkingen doet toenemen. De werknemer is wettelijk verplicht mee te werken aan redelijke voorschriften of getroffen maatregelen voor het uitvoeren van passende arbeid. Hij moet voldoende re-integratie-inspanningen verrichten en meewerken aan een adequate behandeling voor zijn ziekte of gebrek.
De werkgever heeft de mogelijkheid het loon te stoppen als blijkt dat de werknemer onvoldoende inspanningen levert. De werkgever kan dat laten toetsen via een deskundigenoordeel bij UWV.
Passend werk
adviezen
re-integratiebedrijf
tweede spoor
De werkgever is in principe verplicht adviezen van de bedrijfsarts op te volgen. Als de werkgever met de werknemer, de bedrijfsarts of arbodienst van mening verschilt over de re-integratie, kan hij bij UWV een deskundigenoordeel aanvragen. Een re-integratiebedrijf kan werkgever en werknemer begeleiden bij de terugkeer naar het werk, naar ander werk in dezelfde organisatie of naar een andere werkgever (het zogenoemde tweede spoor). De eerstejaarsevaluatie is bedoeld om na te gaan hoe het eerste re-integratiejaar is verlopen en wat er nodig is om re-integratie alsnog te bereiken.
Loon doorbetalen
werkhervatting
De bedrijfsarts blijft alert: bijvoorbeeld als werkhervatting leidt tot schade aan de gezondheid. Als de werknemer geen medische beperkingen meer heeft maar volgens de bedrijfsarts niet duurzaam kan hervatten, moet de werkgever nog steeds het loon doorbetalen in het geval dat de belemmering in redelijkheid voor zijn rekening komt. Bij twijfel over de duurzaamheid van herstel is het handig om met de werknemer afspraken te maken over het takenpakket, bijvoorbeeld om het werk nog niet in de volle omvang op te pakken.
Sancties
twee jaar
richtlijnen
UWV kan sancties opleggen als werkgever of werknemer niet aan hun plichten hebben voldaan. Een bekend voorbeeld is de loondoorbetalingsverplichting na twee jaar arbeidsongeschiktheid. Werkgevers zijn voor hun inspanningen afhankelijk van de adviezen van hun bedrijfsarts. Toch blijft de werkgever verantwoordelijk, ook als de bedrijfsarts zijn werk niet goed heeft gedaan, bijvoorbeeld door de richtlijnen niet te volgen. Of als verzekeringsartsen anders oordelen over de belastbaarheid en re-integratiemogelijkheden.