U bent hier

6.2 Geheimhoudingsplicht

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: mei 2021

gegevens

Het onderhouden van contact met de achterban over een naderende reorganisatie kan lastig worden als de bestuurder ervoor kiest om uw raad (en daarmee ook commissieleden, de ambtelijk secretaris en externe deskundigen) geheimhouding op te leggen. In dat geval moet u de ontvangen informatie op grond van artikel 20 WOR vertrouwelijk behandelen en gedurende een bepaalde periode zelfs volledig geheimhouden. De bestuurder moet wel aangeven:

  • welke gegevens onder de geheimhouding vallen;
  • hoelang de geheimhoudingsplicht zal duren;
  • tegenover wie de OR-leden de geheimhouding precies in acht moeten nemen.

De geheimhoudingsplicht geldt nooit ten opzichte van externe deskundigen (artikel 16 WOR). De OR moet hun te allen tijde om advies kunnen vragen. Voor de deskundigen zelf geldt dan wel weer een geheimhoudingsplicht. De OR legt dit vast in de opdrachtovereenkomst.

Spreek af wanneer geheimhouding vervalt

onhandig

Onder een geheimhoudingsplicht kan uw OR niet overleggen met de achterban. Dit is onhandig als u informatie wilt inwinnen of de achterban wilt informeren. Spreek met de bestuurder daarom af dat de geheimhoudingsplicht vervalt:

  • voordat uw raad advies moet uitbrengen;
  • als de vertrouwelijke informatie op straat komt te liggen.

Zo voorkomt u dat iedereen binnen de organisatie al over de reorganisatie praat, maar dat uw raad moet blijven zwijgen.

Ontstaat er een meningsverschil over de geheimhoudingsplicht, dan kan de OR naar de Bedrijfscommissie stappen voor bemiddeling, of naar de kantonrechter om de opgelegde geheimhouding te laten opheffen.