U bent hier

6.2 Gegevens verzamelen

Laatst gewijzigd: mei 2021

analoog

vergelijking

Voor er op biometrische kenmerken kan worden gecontroleerd, zullen die fysieke gegevens moeten worden verzameld. Dat gebeurt analoog, bijvoorbeeld met camera- en scantechnieken of door meting van bijvoorbeeld druk of warmte. De meetresultaten worden opgeslagen in een database als een digitaal sjabloon – in de vorm van een uniek groot getal, ook wel de ‘template’ genoemd – dat bij een volgende controle ter vergelijking moet dienen.

Sjabloon

controle

In een sjabloon kunnen bepaalde sterk onderscheidende kenmerken worden benadrukt om de kans op juiste herkenning te vergroten. De kunst daarbij is natuurlijk om de ­verificatiesjabloon zo uniek te maken dat er geen twijfel kan ontstaan bij vergelijking.

Bij de eerstvolgende controle van een gebruiker wordt het biometrische kenmerk opnieuw gedigitaliseerd en vergeleken met de opgeslagen sjabloon. Het is niet mogelijk om vanuit de sjabloon in de database de oorspronkelijke analoge gegevens van het biometrische kenmerk terug te halen, en dat is wel zo veilig.

Er kunnen toch fouten optreden, zoals personen die onterecht worden herkend of personen die niet herkend worden terwijl dat wel had gemoeten. Het is bij controlesystemen een lastige kwestie om daar de juiste balans in te vinden en fouten te voorkomen.