U bent hier

6.1 Vormen

Laatst gewijzigd: mei 2021

vingerafdruk

De bekende voorbeelden zijn natuurlijk de vingerafdruk en de irisscan, maar er zijn nog veel meer vormen van controle op biometrische kenmerken. In principe is elk kenmerk bruikbaar waarmee de ene gebruiker uniek van een andere kan worden onderscheiden.

Geschikt

netvlies

Zo zijn er ook beveiligingsprocedures of -methoden gekoppeld aan het scannen van aderpatronen van het netvlies of van de vinger, handpalmpatronen, de vorm van gezicht, hand of oor, stemgeluid of -patroon. En zelfs lichaamsgeur kan een uniek onderscheidend kenmerk vormen.

uniciteit

Niet alle vormen van biometrie zijn even geschikt om gebruikt te worden voor beveiliging, toegang of identificatie. Dat kan te maken hebben met de betrouwbaarheid bij het vaststellen van de uniciteit, maar ook met de (lastige) wijze van scannen die nodig is. Stemherkenning is op een lawaaierig vliegveld bijvoorbeeld niet de beste beveiligingsmethode.

Combinatie

code

Een combinatie van diverse biometrische controles – en eventueel toch ook nog samen met een pasje, code, sleutel of wachtwoord – kan wel tot een nagenoeg 100% betrouwbare authenticatie leiden. Dat maakt het voor cybercriminelen erg lastig om zo’n beveiliging te doorbreken.

Extra beveiliging voor usb-sticks

Om gevoelige gegevens te transporteren wordt nog regelmatig een ‘gewone’ usb-stick gebruikt. Dat is erg onveilig als iedereen toegang heeft tot de inhoud van de stick op het moment dat die in een computer wordt geplaatst.

informatie

Met een biometrisch beveiligde usb-stick (bijvoorbeeld met een vingerafdruklezer) is de kans dat de gegevens erop in verkeerde handen vallen een stuk kleiner. Zo’n flashgeheugen geeft namelijk bij diefstal of zoekraken zijn informatie niet prijs, omdat de gebruiker van het apparaatje eerst moet zijn geïdentificeerd als hij bij de gegevens wil kunnen komen.