5.4 Forfait of werkelijke kosten en uitgaven
Bij de vaststelling van uw totale projectkosten en -uitgaven, kunt u als onderneming (niet als zelfstandige!) kiezen:
- voor toepassing van een forfaitair bedrag;
- voor het daadwerkelijke bedrag aan kosten en uitgaven.
WBSO- aanvraag
De keuze die u bij de eerste WBSO-aanvraag voor 2016 maakt, geldt voor het hele kalenderjaar.
Forfait
forfait
Het forfait is een benadering van de werkelijke kosten en uitgaven die u maakt voor uw S&O-project. Vanaf 2016 kan elke ondernemer (exclusief zelfstandigen), ongeacht het aantal te maken S&O-uren, voor deze optie kiezen. Voor de berekening van het forfait is het aantal aangevraagde S&O-uren van belang. Het forfait bedraagt € 10 per S&O-uur (tot een maximum van 1.800 S&O-uren per kalenderjaar) met daar bovenop € 4 per S&O-uur voor eventuele overige S&O-uren.
Het forfait levert u een administratieve lastenverlichting op: u hoeft geen administratie bij te houden van de gemaakte kosten en uitgaven en hoeft deze ook niet te melden bij RVO.nl.
Werkelijke kosten en uitgaven
uitgaven
proefbatches
Bij keuze voor de werkelijke kosten en uitgaven is een administratie van de gemaakte kosten en uitgaven noodzakelijk. U bent dan verplicht jaarlijks naast de gemaakte S&O-uren ook de gemaakte kosten en uitgaven te melden bij RVO.
Voorbeelden van kosten en uitgaven
- Kosten voor het doen van metingen aan of het testen van prototypes.
- Kosten van huur van apparatuur van derden die noodzakelijk zijn voor het project.
- Aanschaf van verbruiksgoederen, materialen en grondstoffen voor het doen van proeven of het maken van proefbatches of prototypes.
- ICT-instrumenten die specifiek zijn bedoeld voor de S&O-werkzaamheden.