6.3 Derdenzekerheid
onroerend goed
In de voorgaande paragrafen is het meest eenvoudige model besproken, namelijk dat de geldnemer zijn eigen bezittingen (debiteurenvorderingen, onroerend goed) als onderpand voor zekerheid gebruikt. Maar het kan ook anders. U kunt ook gebruikmaken van het zogenaamde derdenpandrecht of de derdenhypotheek.
Betalingsverplichting van bv
Zoals de naam al doet vermoeden gaat het hier om een door een derde gegeven pandrecht of hypotheekrecht op aan die derde toebehorende zaken. Die derde partij staat met zijn spullen in feite in voor de betalingsverplichting van de bv. Bijvoorbeeld u staat in voor de betalingsverplichting van uw bv als het gaat om de hypotheek voor het bedrijfspand.
Zakelijke zekerheid
familie
Maar het kan ook gaan om een verder verwijderde derde, zoals een zakenrelatie, een vriend of een familielid. Zodra de debiteur niet betaalt, kan de crediteur de verpande of verhypothekeerde zaak veilen en zich op de opbrengst verhalen. De aanspraak op de derde gaat niet verder dan de veilingopbrengst. Hier ligt het verschil met de hierna nog te behandelen borgtocht.