U bent hier

Onderneming & Fiscus
Overeenkomsten bv & dga2. Schriftelijkheidsvereiste voor bv en dga2.2 Voor wie?

2.2 Voor wie?

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: april 2022

alle aandelen

Artikel 2:247 BW is van toepassing op:

  • de aandeelhouder die alle aandelen in het kapitaal van een bv houdt: én
  • de bv vertegenwoordigt bij het aangaan van de overeenkomst of een eenzijdige rechtshandeling.

Aandelen in privé

holding

Het maakt hierbij niet uit of u zelf in privé alle aandelen houdt of dat uw persoonlijke holding alle aandelen houdt in de werkmaatschappij. De eis van schriftelijk vastleggen geldt ook als de bv of haar dochtermaatschappij aandelen heeft ingekocht en er naast de bv slechts één aandeelhouder is. Er is geen sprake van een eenpersoonsvennootschap als een deel van de aandelen in privé wordt gehouden en het andere deel van de aandelen door een persoonlijke holding. Artikel 2:247 BW is dan niet van toepassing.

Volmacht

Vertegenwoordiging van de bv kan dus plaatsvinden door u in hoedanigheid van bestuurder (statutair directeur), maar ook als u de bv vertegenwoordigt op basis van een volmacht.

Als de bv waarvan u 100% aandeelhouder bent een andere bestuurder of gevolmachtigde heeft die de bv vertegenwoordigd, geldt het schriftelijkheidsvereiste niet.

Partner

huwelijks-
gemeenschap

Als u de aandelen in privé houdt, behoren deze aandelen mogelijk tot een huwelijksgemeenschap. Dit maakt ook geen verschil. Artikel 2:247 BW is gewoon van toepassing. Hetzelfde geldt voor de situatie waarin er sprake is van een geregistreerd partnerschap.

Uit de literatuur valt af te leiden dat artikel 2:247 BW niet van toepassing is als een gedeelte van de aandelen tot het privévermogen van één van de echtgenoten behoort, terwijl de overige aandelen tot de huwelijksgemeenschap behoren.

Voorbeeld

Michelle verkrijgt vóór haar huwelijk met Gerard aandelen uit een erfenis. Door de erflater is bepaald dat die aandelen niet in de huwelijksgemeenschap vallen. Na het sluiten van het huwelijk verkrijgt Michelle de overige aandelen. In dat geval behoren de via de erfenis verkregen aandelen toe aan enkel Michelle in privé en vallen de overige aandelen in de huwelijksgemeenschap. Artikel 2:247 BW is in dit geval dus niet van toepassing, ook niet als Gerard de overige aandelen zou hebben verkregen.

Zustervennootschappen

Het schriftelijkheidsvereiste is evenmin van toepassing op afspraken tussen zustervennootschappen. Er wordt in die situatie niet voldaan aan 100%-aandeelhouderschap. In de rechtspraak is uitgemaakt dat het 100%-aandeelhouderschap niet ruim uitgelegd mag worden. Het moet gaan om 100%. Als dit niet het geval is, gaat artikel 2:247 BW niet op.