2.2 Arbowet
preventie
Sinds 1 juli 2018 is de Arbowet vernieuwd om de bedrijfsgezondheidszorg te verbeteren. Zo is er nog meer aandacht voor preventie en het vergroten van de betrokkenheid van werknemers bij de arbodienstverlening. De Arbowet is een kaderwet. Daarin staan alleen algemene bepalingen over het arbobeleid; u vindt er geen regels over concrete risico’s. De nadere uitwerking van de algemene bepalingen vindt u weer in het Arbobesluit en de Arboregeling. Volgens artikel 3 van de Arbowet moet de werkgever zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden realiseren voor zijn werknemers. Ook de arbeidshygiënische strategie (paragraaf 2.2.1) en het redelijkerwijsprincipe (paragraaf 2.2.2) worden genoemd.
2.2.1 Arbeidshygiënische strategie
De werkgever moet maatregelen treffen om de gevaren en risico’s voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemer te voorkomen. De arbeidshygiënische strategie geeft aan in welke volgorde hij die maatregelen moet treffen:
vermijden
Al bij de inrichting van werkplekken en functies moet de werkgever gevaren proberen te vermijden volgens deze arbeidshygiënische strategie.
In de praktijk blijkt dat er snel persoonlijke beschermingsmiddelen worden ingezet, terwijl dit de laatste stap in de arbeidshygiënische strategie is (zie ook hoofdstuk 8).
2.2.2 Redelijkerwijsprincipe
haalbaarheid
geen onderzoek
Volgens het redelijkerwijsprincipe moet het streven naar optimale veilige en gezonde werkomstandigheden redelijkerwijs haalbaar zijn. Hierbij let de werkgever op de technische, organisatorische en financiële haalbaarheid. Bij dit principe gelden de volgende overwegingen:
- De ernst van de blootstelling. Bij giftige stoffen is het nemen van bronmaatregelen belangrijker dan bij minder giftige stoffen.
- De technische haalbaarheid. De maatregel moet eenvoudig verkrijgbaar zijn. De werkgever hoeft geen onderzoek te doen of nieuwe producten te ontwikkelen om veilig te kunnen werken.
- De economische haalbaarheid. De kosten moeten in verhouding staan tot het effect ervan. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met wat in de branche gebruikelijk is.
afweging
Een werkgever mag maatregelen van een lager niveau kiezen op voorwaarde dat hij dit goed onderbouwt en er geen nadelige invloed is op de veiligheid en gezondheid van de werknemer. Die afweging geldt steeds weer voor elk niveau van de arbeidshygiënische strategie.
Uitzondering
De risico’s van carcinogene (kankerverwekkend) en mutagene (kunnen genen beschadigen) stoffen vormen hierbij een uitzondering. Uw werkgever mag alleen een trede zakken in de hiërarchie als een betere maatregel technisch gezien niet haalbaar is.
Gevaarlijke stoffen in de Arbowet
arbobeleid
Volgens artikel 6 van de Arbowet moet een werkgever bij zijn arbobeleid maatregelen nemen om zware ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen en beperken. Maar voor specifieke artikelen over gevaarlijke stoffen moet u het Arbobesluit – een uitwerking van de Arbowet – inzien. Hierin staan de regels waar zowel werkgever als werknemer zich aan moet houden om arbeidsrisico’s tegen te gaan. Er staan ook specifieke regels in voor een aantal branches en speciale groepen werknemers. De regels over gevaarlijke stoffen in het Arbobesluit zijn gebaseerd op de Bijzondere Richtlijnen van de Europese Unie.