6.2 Afspraken
overheid
Tot nu toe zijn de volgende duurzaamheidsafspraken gemaakt tussen de glastuinbouwsector en de overheid:
- Partijen nemen maatregelen om uiterlijk in 2030 een volledige voorziening van CO2 aan de glastuinbouwsector mogelijk te maken van circa 2,0 Mton op jaarbasis.
- De glastuinbouwsector en het ministerie van LNV zorgen voor innovatie en ontwikkeling van CO2-winning uit de buitenlucht en benutten daarbij bestaande programma’s.
- De glastuinbouwsector zorgt actief voor aandeel in realisatie van onafhankelijk CO2-transport, integratie en optimalisatie met CO2-opslag en maximale ontsluiting van CO2 uit biogene bronnen.
- De glastuinbouwsector werkt aan de introductie en toepassing van een nieuw stimuleringsinstrument waaraan CO2-afvangstprojecten voor de CO2-voorziening aan de glastuinbouw kunnen participeren.
Input van andere klimaattafels
tariefstructuur
Volgens onderstaande klimaattafels zijn in het Klimaatakkoord nog meer afspraken nodig om de doelstellingen binnen de glastuinbouw te realiseren. Een kort overzicht:
- Elektriciteit:
- borging van voldoende netcapaciteit en productie van CO2-vrije elektriciteit als gevolg van toenemende vraag in de glastuinbouwsector met circa 3,5 miljard kWh per 2030 tot circa 8 miljard kWh per 2040;
- realisatie van een integraal energiesysteem;
- aanpassing van de tariefstructuur netbeheer elektriciteit.
- Gebouwde omgeving:
- gebiedsaanpak;
- doorontwikkeling van geothermie;
- warmte-infrastructuur;
- ruimtelijke ordening bovengronds en ondergronds.
- Industrie:
- CO2-voorziening: realisatie van afvang en transport van CO2;
- realisatie van een integraal energiesysteem;
- warmte infrastructuur en restwarmtelevering.
6.2.1 Samenwerking
De bestuurlijke overheden van de greenports en andere tuinbouwgebieden realiseren, in samenwerking met het bedrijfsleven een gestructureerde gebiedsaanpak in alle gemeenten en regio’s met glastuinbouw. De focus ligt op:
- organisatie van lokale clusters en ondernemingen;
- inventarisatie en bundeling van de gezamenlijke energievraag;
- benutting van lokale kansen voor CO2-vrije energievoorziening.
Decentrale overheden
ruimtelijke ordening
financiën
Samenwerking met de lokale en regionale energiegerelateerde functies (gebouwde omgeving, utiliteit en industrie) binnen de Regionale Energiestrategie (RES) is wenselijk. Herstructurering, sanering, gebiedsontwikkeling en beleid op het gebied van ruimtelijke ordening onder en boven de grond vormen een onlosmakelijk onderdeel van de aanpak. Ze zijn gericht op jaarlijkse modernisering en nieuwbouw van tenminste 300 ha energiezuinige kassen. Decentrale overheden en het bedrijfsleven stellen de benodigde mensen, middelen, financiën en werkorganisaties beschikbaar. Ook zorgen zij voor de noodzakelijke bevoegdheden en onderlinge aansturing, die weer leiden tot meer samenwerking en afspraken binnen de gebiedsaanpak. De gebiedsaanpak wordt lokaal ontwikkeld in combinatie met het landelijke beleid en kennisdomeinen in en rond de glastuinbouwsector.
6.2.2 Partijen buiten de glastuinbouw
infrastructuur
Om de klimaatdoelstellingen te realiseren worden ook partijen buiten de glastuinbouwsector ingezet. Met deze partijen zijn de volgende afspraken gemaakt:
- Uiterlijk in 2030 moet een totale voorziening van externe warmte aan de glastuinbouwsector mogelijk zijn van 10 petajoule (dit is een eenheid voor energie) op jaarbasis. Zaken die hierbij komen kijken zijn:
- voorbereiding en realisatie van uitkoppeling;
- voorbereiding en realisatie van transport- en distributienetten;
- contractering van warmte op basis van een systematiek van open netten en marktwerking.
- Er moet een integrale CO2-vrije energie-infrastructuur en -voorziening (elektriciteit, warmte en groen gas) komen door integratie en aanpassing van de energiewet- en regelgeving, maar ook marktordening, uitbreiding van productie en netcapaciteit en aanpassing van het tariefgebouw voor energie-infrastructuur.
- Partijen ontwikkelen en realiseren in samenwerking met de glastuinbouwsector CO2-vrije bronnen en -energievoorziening voor onder meer de glastuinbouwsector. Dit doen ze door voortzetting en uitbreiding van het stimulerende overheidsinstrumentarium. Bij deze afspraken en realisatie is nog geen rekening gehouden met de effecten van de coronacrisis.
De glastuinbouwsector zorgt zelf actief voor een aandeel in de realisatie van transport en levering van warmte aan de sector door collectieve inzet, bundelen, inkopen en boeken van netcapaciteit voor de lokale warmtevraag.
6.2.3 Programma Kas als Energiebron
communicatie
ondersteunen
Er wordt ook regelmatig gesleuteld aan het programma Kas als Energiebron. Zo moeten Glastuinbouw Nederland en het ministerie van LNV voor het realiseren van klimaatdoelstelling in 2030 de volgende maatregelen nemen:
- het totale pakket aan activiteiten binnen het programma versnellen en intensiveren. Voortzetting van de bestaande inzet ziet onder meer op uitvoering van sectorspecifiek onderzoek, communicatie, marktintroductieprojecten, stimulering van brede introductie en monitoring.
- Glastuinbouw Nederland financiert de helft van het programma tot en met 2030.
- Glastuinbouw Nederland blijft zoeken naar innovatieve koplopers voor de (door)ontwikkeling van energietransitieconcepten.
- Glastuinbouw Nederland en het ministerie van LNV vormen samen een transitiecollege. Zij werken ook nauw samen met het ministerie van EZK en partijen die betrokken zijn bij de gebiedsaanpak gericht op versnelde gebiedsgerichte implementatie van de energietransitie en realisatie van de afspraken in het Klimaatakkoord.
- Het ministerie van LNV en Glastuinbouw Nederland ontwikkelen samen een aanpak en systematiek om het sectordoel te borgen en op bedrijfsniveau te ondersteunen en stimuleren.
- Glastuinbouw Nederland en het ministerie van LNV werken alle afspraken in het Klimaatakkoord voor de glastuinbouwsector nader uit. Ze leggen deze vast in nieuwe afspraken met de betrokken partijen in opvolging van het Convenant CO2-emissieruimte glastuinbouw 2020, de Meerjarenafspraak Energietransitie glastuinbouw 2020 en het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren.
De overheid zorgt ervoor dat de sector tot 2030 niet geconfronteerd wordt met (disproportionele) lastenverzwaring als gevolg van aanpassing van de energiebelasting.
6.2.4 Financiële bijdrage
duurzame energie
Om de klimaatdoelstellingen en de afspraken in het Klimaatakkoord per 2030 te realiseren is uiteraard een financiële bijdrage nodig. Dit zijn de hoofdpunten voor de benodigde financiële afspraken:
- versterking van sectoraanpak energietransitie (programma Kas als Energiebron);
- voortzetting van bestaand stimuleringskader duurzame energiebronnen. Denk hierbij aan de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE+), geothermie, biomassa en all-electric;
- voortzetting van RNES (Risico’s dekken voor aardwarmte) garantieregeling aardwarmte:
- nieuw stimuleringsinstrument;
- uitkoppelen van CO2-bronnen;
- uitkoppelen van restwarmtebronnen;
- warmtenetten (transport en distributie).
Naast een financiële bijdrage van de overheid worden private glastuinders gevraagd te investeren en bij te dragen aan duurzaamheidsprogramma’s.