Wettelijke vakantiedagen 2015 vervallen bijna

Op 1 juli 2016 vervallen de wettelijke vakantiedagen die werknemers in 2015 hebben opgebouwd, maar nog niet hebben opgenomen. Er kunnen echter afspraken zijn die deze geldigheidsduur verlengen.

Sinds de komst van de nieuwe vakantiewetgeving in 2012 moeten werknemers hun wettelijke vakantiedagen binnen zes maanden na het jaar van opbouw benutten. Doen ze dat niet, dan komt het restant keihard te vervallen. Voorwaarde is wel dat de werknemer redelijkerwijs in staat is geweest om vakantie op te nemen. Als een werknemer kan aantonen dat dit niet het geval is, blijven zijn wettelijke vakantiedagen – net als bovenwettelijke vakantiedagen – vijf jaar geldig.

Afwijken van wettelijke vervaltermijn

Er bestaan wel mogelijkheden om van de wettelijke vervaltermijn af te wijken. Zo is in veel cao’s een ruimere vervaltermijn voor wettelijke dagen afgesproken dan zes maanden. De werkgever kan dit ook zelf in de arbeidsovereenkomst van werknemers opnemen. Voor het invoeren, wijzigen of schrappen van het vakantiedagenbeleid van uw organisatie is wel de instemming van de ondernemingsraad nodig.

Kortst geldige dagen eerst opnemen

De nieuwe vakantiewet heeft niets veranderd aan de geldigheidsduur van bovenwettelijke vakantiedagen. De standaardregel is dat werknemers als eerste de vakantiedagen opnemen (e-learning) die het kortst geldig zijn. Dat betekent dat de wettelijke vakantiedagen uit 2015 eerder worden opgenomen dan een restje bovenwettelijke vakantiedagen uit 2013 – als de werknemer die nog over heeft. Het is belangrijk dat in de vakantiedagenregistratie (tool) de juiste opnamevolgorde (tool) wordt gehanteerd.