Wetgeving BTW over vouchers ligt bij de Tweede Kamer
In de huidige Wet Omzetbelasting 1968 ontbreken specifieke regels voor tegoedbonnen, cadeaubonnen en kortingsbonnen (ook wel vouchers genoemd). In juni 2016 heeft de Raad van de Europese Unie de voucherrichtlijn aangenomen met regels over de heffing van BTW over vouchers. De lidstaten van de Europese Unie moeten de bepalingen van de Europese voucherrichtlijn per 1 januari 2019 toepassen.
Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft een wetsvoorstel ter implementatie van de Europese voucherrichtlijn aangeboden aan de Tweede Kamer. De voucherrichtlijn stelt regels over heffing van BTW in het geval dat de afnemer van een goed of dienst gebruikmaakt van vouchers als betaalmiddel. Door het ontbreken van specifieke regels voor vouchers in de BTW-richtlijn 2006 is er bij grensoverschrijdend gebruik van vouchers soms sprake van dubbele belasting of onbedoelde niet-belasting. Dit werkt belastingontwijking in de hand en het leidt tot onacceptabele concurrentieverstoringen.
Meer duidelijkheid over de heffing van BTW
De nieuwe regels maken duidelijk wat onder een voucher moet worden verstaan, wanneer BTW geheven moet worden bij transacties met een voucher en over welk bedrag de BTW moet worden berekend. Voor de verschillende soorten vouchers geeft de wet bijvoorbeeld aan of BTW geheven wordt bij uitgifte of inwisseling van de voucher. Vouchers die alleen recht geven op een korting (tool) vallen niet onder de nieuwe regels.