Werknemers waren minder vaak maar langer ziek

In 2010 is het gemiddelde ziekteverzuim vergeleken met 2009 licht gestegen van 4% naar 4,2%. Het aantal ziekmeldingen is dan wel afgenomen ten opzichte van 2009, maar de verzuimduur was gemiddeld langer. Dit blijkt uit een rapport van TNO dat zij ieder jaar uitbrengt in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

In het bericht ‘Medewerkers melden zich minder vaak ziek’ kon u lezen dat het ziekteverzuim tussen 2005 en 2009 is gedaald naar 4%. In 2010 is het gemiddelde ziekteverzuimpercentage licht gestegen naar 4,2%. Dit komt doordat werknemers langer verzuimden: gemiddeld duurde het verzuim 7,6 werkdagen per jaar, een stijging van 0,4 werkdagen ten opzichte van 2009.

Verzuimduur en -frequentie verschillen per sector

De verzuimfrequentie en de verzuimduur verschillen per sector. In sommige sectoren zoals het onderwijs, de zorg en bij de overheid is de frequentie van het verzuim hoog, terwijl in andere sectoren zoals de dienstverlening en vervoer en communicatie de duur van het verzuim juist hoog is. Mogelijk is in sectoren met een lage verzuimfrequentie de verzuimdrempel hoger en in sectoren met een lage verzuimduur de begeleiding tijdens en bij de terugkeer na ziekte effectiever. Sectoren zouden hun kennis over hun aanpak en beleid van het ziekteverzuim met elkaar moeten delen, volgens de onderzoekers van TNO.

Redenen voor ziekteverzuim

Uit het rapport van TNO blijkt dat een hoge werk- en tijdsdruk een grote invloed hebben op burnout- en depressie klachten. Echter, psychische klachten blijken maar in 3,4% van de ziekmeldingen de oorzaak te zijn. De meest voorkomende reden voor ziekteverzuim is griep en verkoudheid (34%) en klachten aan de buik, maag en darmen (7,4%). Opvallend is dat 17% van het ziekteverzuim komt doordat de werknemer last heeft van lichamelijk klachten aan botten, gewrichten en spieren. Hiervan komt 7,4% doordat de werknemer klachten heeft aan de rug. Ook pijn aan de nek, schouders, armen, polsen en handen (5,2%) en aan heup, benen, knieën en voeten (4,6%) komt regelmatig voor.