Werknemer wil niet langer doorwerken
Uit recent onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat werknemers gemiddeld het liefst rond hun eenenzestigste met werken stoppen. De inspanningen om duurzame inzetbaarheid te vergroten zijn gericht op gezond en veilig doorwerken, maar niet alle ouderen kunnen of willen werken tot 67 jaar. Met goed beleid voorkomt u dat.
Met het oog op de stijgende pensioenleeftijd moeten werkgevers zich inspannen om de duurzame inzetbaarheid van werknemers in hun organisatie te vergroten. Die inspanningen zijn meestal gericht op gezond en veilig doorwerken. Maar uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat de meeste werknemers helemaal niet langer willen doorwerken. Werknemers willen gemiddeld stoppen met werken als zij 61 jaar zijn. Het is dus maar de vraag of er wel voldoende draagvlak is om werknemers tot 67 jaar aan het werk te houden.
Risico op werkdruk
De arbeidsmarkt voor ouderen is problematisch. Ouderen veranderen ook minder vaak van baan; van de werknemers tussen de 55 en 65 jaar is slechts 5% de afgelopen twee jaar van baan gewisseld. Bovendien krijgen 55-plussers die van baan of functie wisselen relatief minder vaak een hogere functie. Allemaal factoren die invloed hebben op de motivatie en de bereidheid om te blijven werken. Wie gedwongen aan het werk blijft, loopt risico op een te hoge werkdruk en dat kan leiden tot uitval door werkstress. Voorkom deze problemen en stel een goed beleid op voor oudere werknemers (tool).
Met beleid uitval voorkomen
Richt het beleid op het voorkomen van uitval. Denk aan maatregelen als omscholing, flexibele arbeidstijden, aanpassingen in het werk, maar ook aan vrijwillige personeelsregelingen. Een voorbeeld daarvan is een organisatie waar veel in ploegendiensten wordt gewerkt, die een overeenkomst met een uitzendbureau sloot. Werknemers kunnen vanaf 62 jaar kiezen voor de helft minder werken met behoud van 85% tot 95% van hun loon en minder pensioenopbouw. Het is verstandig als de OR een vroeg stadium wordt betrokken. Voor aanpassingen in sommige arbeidsvoorwaarden, het arbo- en verzuimbeleid en pensioenafspraken heeft de OR instemmingsrecht.