Verzekeringspremie terug bij onduidelijkheid
Onlangs is er een internetconsultatie geopend voor een nieuwe wetswijziging die ervoor zorgt dat zowel particulieren als ondernemingen de betaalde verzekeringspremie terug kunnen krijgen als er per abuis een verkeerde verzekering is afgesloten.
In het huidige verzekeringsrecht staat dat uw onderneming de verzekeraar, bij het afsluiten van een verzekering (e-learning), moet informeren over alle feiten die voor de verzekeraar relevant zijn. Het gaat hierbij om de informatie waarmee de verzekeraar kan bepalen of de verzekering (tool) wordt afgesloten en onder welke voorwaarden. Het komt wel eens voor dat niet alle informatie aan de verzekeraar wordt doorgegeven. Daardoor kan een verkeerde verzekering afgesloten worden. Als de verzekeraar dit gebrek aan informatie kan bewijzen, ontvangt uw onderneming geen uitkering van de verzekeraar. Deze regel is vastgelegd in artikel 7:930 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In dit geval heeft uw onderneming echter ook geen recht op teruggave van de betaalde verzekeringspremie. Recent is er een internetconsultatie geopend voor een wetswijziging die hier verandering in brengt. Uw onderneming kan tot 10 mei 2017 reageren op deze plannen.
Eén voorwaarde om verzekeringspremie terug te krijgen
De wetswijziging bestaat uit een toevoeging aan het huidige artikel 7:930 lid 4 BW. Als de verzekeraar geen uitkering overmaakt omdat hij niet op de hoogte was van alle relevante informatie, heeft de verzekerde recht op teruggave van de verzekeringspremie tot op het moment dat is betaald. De aard van de verzekering is in dit geval niet relevant. Het kan dus ook gaan om de verzekeringen die eigenrisicodragers afsluiten voor de loondoorbetaling bij ziekte. Er is slechts één voorwaarde waaraan moet zijn voldaan om de verzekeringspremie terug te krijgen: de verzekerde moet te goeder trouw zijn. Dit betekent dat uw onderneming de informatie per ongeluk achterwege heeft gelaten. Voor particuliere verzekeringsnemers (tool) wordt de wetswijziging van dwingendrechtelijke aard. Dit houdt in dat de particuliere consument altijd wordt beschermd door dit wetsartikel. Voor ondernemingen geldt dit niet.