De verschillende definities van een beroepsziekte
Een zieke werknemer kan leiden aan een beroepsziekte als er een verband bestaat tussen ziekte en uitgevoerde werkzaamheden. Zo kan een werknemer die overmatig bloot wordt gesteld aan lawaai, doof worden. Maar wanneer is een ziekte een beroepsziekte?
Juridisch gezien is een ziekte een beroepsziekte (tool) als er een direct verband is tussen de ziekte of aandoening en de blootstelling aan een gezondheidsrisico op de werkvloer. Volgens de Arbowet is een ziekte of aandoening een beroepsziekte als die overwegend door het werk of door arbeidsomstandigheden wordt veroorzaakt. En ook het Nederlandse Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) trekt de definitie breder: ‘Een beroepsziekte is een ziekte of aandoening als gevolg van een belasting die in overwegende mate in arbeid of arbeidsomstandigheden heeft plaatsgevonden.’
Ook psychische aandoeningen kunnen beroepsziekte zijn
De bredere definities maken het gemakkelijker om ook psychische aandoeningen tot beroepsziekten te rekenen. Een preventiemedewerker doet er goed aan om een ruimere definitie te hanteren bij het opstellen of wijzigen van het plan van aanpak, horend bij de RI&E. Hoe meer preventieve maatregelen een organisatie neemt, hoe kleiner de kans op beroepsziekten. Ook kan een werkgever een bedrijfsarts inschakelen om de gezondheidsrisico’s in kaart te brengen (tool).
Beroepsgebonden en werkgebonden aandoeningen
Naast beroepsziekten zijn er ook beroepsgroepgebonden aandoeningen. Dit zijn aandoeningen waarvan het moeilijk is om in individuele gevallen de relatie tussen werk en ziekte aan te tonen. Uit onderzoek blijkt wel dat ze vaker voorkomen bij bepaalde beroepsgroepen. Werknemers die nachtdiensten draaien hebben bijvoorbeeld een relatief hoger risico op borstkanker en gewichtstoename dan werknemers die altijd overdag werken. Tot slot zijn er ook werkgebonden aandoeningen waarbij meerdere oorzaken spelen, waardoor de relatie tussen ziekte en werk minder duidelijk is. Zo kan bij rugklachten na zwaar tillen meespelen dat de werknemer van nature geen sterke rug heeft.