Verhaal loonsanctie op arbeidsdeskundige
Als een werkgever een arbeidsdeskundige inschakelt voor de begeleiding van een zieke werknemer en UWV vervolgens een loonsanctie oplegt, kan de organisatie die sanctie in sommige gevallen verhalen op de arbeidsdeskundige. Dat blijkt uit een recente uitspraak van Gerechtshof Den Haag.
Organisaties kunnen een arbeidsdeskundige inschakelen om de re-integratie van een zieke werknemer te begeleiden. Uit een recente rechtszaak blijkt dat die arbeidsdeskundige ook aansprakelijk gesteld kan worden voor de loonsanctie als hij onzorgvuldig gehandeld heeft. In deze zaak had een werkgever met een arbeidsdeskundige een contract afgesloten voor het begeleiden van de re-integratie van een zieke werkneemster.
Deskundige laat steek na steek vallen
Toen de werkneemster in juni 2012 na twee jaar ziekte bij UWV een aanvraag voor een WIA-uitkering indiende, legde UWV een loonsanctie op tot juli 2013. Dat kostte de werkgever een smak geld, terwijl de arbeidsdeskundige in feite degene was die diverse steken had laten vallen. Hij had bijvoorbeeld al in september 2010 een plan van aanpak opgesteld, maar dit werd pas ondertekend ná de WIA-aanvraag in juni 2012. In dat plan stond dat de arbeidsdeskundige de casemanager voor de re-integratie zou zijn, dat er een arbeidsdeskundig onderzoek moest plaatsvinden en een re-integratietraject tweede spoor (tool) zou worden opgestart.
Loonsanctie werd niet verkort
Het tweede spoortraject was volgens UWV echter te laat opgestart en het arbeidsdeskundig onderzoek had pas plaatsgevonden in juli 2011. De loonsanctie werd daarom niet verkort. De werkgever stapte vervolgens naar de rechter om de schade te verhalen op de arbeidsdeskundige. Dat was in eerste instantie niet succesvol, maar in hoger beroep wel. Hoewel de arbeidsdeskundige stelde dat hij alleen maar een adviserende rol had en de werkgever zelf verantwoordelijk was voor de re-integratie, vond het hof dat niet van belang. Ook als de arbeidsdeskundige alleen hoefde te adviseren, had hij nog steeds niet aan zijn verplichtingen voldaan. Het was namelijk zijn taak om het contact met de werkgever, de werkneemster, de bedrijfsarts en UWV te onderhouden.
Deskundige is belangrijkste oorzaak loonsanctie
Al in september 2010 had de bedrijfsarts geadviseerd om het tweede spoor in te zetten, maar de deskundige had daar niets mee gedaan. Het te laat inzetten van het tweede spoor was de belangrijkste reden voor UWV om de loonsanctie op te leggen en er was daarom volgens het hof een causaal verband tussen het tekortschieten van de arbeidsdeskundige en de loonschade van de werkgever. De arbeidsdeskundige moest de werkgever daarom ruim € 29.000 en een deel van de advocaatkosten terugbetalen.
Gerechtshof Den Haag, 26 juli 2016, ECLI (verkort): 2231