Vergoeding bij loonkostensubsidie blijft 23%
De vergoeding voor de werkgeverslasten die organisaties krijgen als ze een werknemer met loonkostensubsidie in dienst hebben, blijft in 2016 23% van de loonkostensubsidie. Werkgevers krijgen deze vergoeding boven op de loonkostensubsidie die zij voor de werknemer ontvangen.
Ook in 2016 krijgen werkgevers op basis van de Participatiewet 23% vergoeding voor de werkgeverslasten van werknemers met loonkostensubsidie. Dit percentage is gelijk aan het percentage voor 2015 en wordt gebaseerd op de gemiddelde werkgeverslasten in de verschillende bedrijfstakken. Onder werkgeverslasten vallen niet alleen de premies werknemersverzekeringen, maar bijvoorbeeld ook het werkgeversgedeelte van de pensioenpremie, vakantiedagen en een dertiende maand.
Vergoeding komt boven op de loonkostensubsidie
De vergoeding voor de werkgeverslasten is een vast percentage van het bedrag dat de werkgever krijgt aan loonkostensubsidie. Bij een werknemer die een loonwaarde van 50% van het wettelijk minimumloon (tool) heeft, krijgt de werkgever bij een fulltime dienstverband dus niet alleen 50% van € 1.524,60 = € 762,30 loonkostensubsidie, maar ook nog 23% van die € 762,30 = € 175,33 per maand vergoeding voor de werkgeverslasten.
Bij lage werkgeverslasten levert vergoeding voordeel op
De hoogte van de werkgeverslasten kan verschillen per organisatie. De ene organisatie heeft immers wel een pensioenregeling waaraan de werkgever bijdraagt, bovenwettelijke vakantiedagen en een dertiende maand en de andere organisatie heeft deze niet.
Als een organisatie relatief hoge werkgeverslasten heeft, is de vergoeding van 23% waarschijnlijk niet voldoende om alle werkgeverslasten te dekken. Heeft een organisatie juist lage werkgeverslasten, dan levert de vergoeding van 23% een voordeel op.