Vakantiedagen en zieke werknemers in 2012
Vanaf 2012 bouwen volledig zieke werknemers over hun gehele periode van arbeidsongeschiktheid wettelijke vakantiedagen op. Maar wat betekent dat eigenlijk voor de opbouw van vakantiedagen van zieke werknemers die in 2011 arbeidsongeschikt zijn geworden en dat in 2012 nog steeds zijn?
Op 1 januari 2012 wordt de nieuwe vakantiewetgeving van kracht. Dit betekent dat zieke werknemers, net als gezonde, per jaar recht hebben op vakantie van minimaal vier maal de arbeidsduur per week. Voor een fulltimer is dit vier weken.
Geen terugwerkende kracht voor nieuwe regels
Een medewerker die zich in 2011 ziek heeft gemeld en bij de start van 2012 nog altijd arbeidsongeschikt is, bouwt vanaf 1 januari 2012 dus het volledige aantal wettelijke vakantiedagen op. Tot en met 31 december 2011 geldt nog de huidige regeling, namelijk dat hij alleen over de laatste zes maanden van zijn ziekte vakantiedagen opbouwt.
Omdat de nieuwe vakantiewetgeving geen terugwerkende kracht heeft, geldt de volledige opbouw pas vanaf 1 januari 2012. Iemand die in 2012 ziek wordt, valt dus onder de nieuwe wetgeving.
Na 1 juli 2012 méér dan zes maanden opbouw
Stel dat een werknemer op 1 mei 2011 ziek is geworden en dat nog steeds is op 31 december 2011. Dan bouwt hij volgens de huidige regeling over de laatste zes maanden vakantiedagen op. Als hij tot 1 juli 2012 ziek is, zal hij over zes maanden vakantiedagen opbouwen, omdat de huidige wetgeving ervan uit gaat dat alleen over de laatste zes maanden ziekte vakantiedagen worden opgebouwd en die werknemer ziek werd ten tijde van de huidige wetgeving. Als deze werknemer ziek blijft tot na 1 juli 2012, zal hij wel over meer dan zes maanden vakantierechten opbouwen.
Niet voor bovenwettelijke vakantiedagen
Naast deze wettelijke vakantiedagen – die in de wet zijn vastgelegd – kan een werknemer ook recht hebben op bovenwettelijke vakantiedagen zoals die zijn afgesproken in de cao of arbeidsvoorwaarden. De nieuwe vakantiewetgeving geldt alleen voor de wettelijke vakantiedagen en niet voor bovenwettelijke.