Taal op de werkvloer krijgt extra aandacht
Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft in een voortgangsbrief aan de Tweede Kamer aangekondigd dat hij begin 2015 taalakkoorden gaat sluiten met werkgevers. Deze taalakkoorden zijn afspraken met werkgevers over het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer.
Voor de arbeidsparticipatie en voor de concurrentiepositie van Nederlandse organisaties is het belangrijk dat werknemers goed Nederlands kunnen spreken en schrijven. Werknemers die taalvaardig zijn, werken veiliger en zijn duurzamer inzetbaar dan werknemers die moeite hebben met mondelinge of schriftelijke communicatie. Daarom heeft Asscher het initiatief genomen om extra aandacht voor taalvaardigheid te vragen. Bij dit initiatief hebben zich al 13 zogenoemde ‘koploperbedrijven’ aangesloten. Begin januari 2015 moet dat aantal zijn opgelopen naar 25. Deze 25 bedrijven moeten andere werkgevers stimuleren om ook te investeren in betere taalvaardigheid op de werkvloer.
Ministerie maakt maatwerkafspraken met werkgevers
Werkgevers kunnen zelf bepalen op welke manier ze aandacht willen besteden aan taalvaardigheid. Ze kunnen daarbij ook een beroep doen op een taaladviseur. Deze adviseur adviseert de werkgevers over een concrete aanpak om het belang van taal binnen de organisatie onder de aandacht te brengen. Het ministerie van SZW zal met de 25 werkgevers individuele maatwerkafspraken maken. Daarin worden ook de uitkomsten en aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid en het convenant laaggeletterdheid (pdf) betrokken.
De inzichten en resultaten van de taalakkoorden vormen het uitgangspunt voor een kabinetsvisie ‘Taal en geletterdheid’, die de minister in het eerste kwartaal van 2015 naar de Tweede Kamer wil sturen.