Strenge regels voor nieuwe instroom WGA

Mensen die niet duurzaam 80% tot 100% arbeidsongeschikt zijn en daarvoor in de WGA belanden, krijgen alleen de hogere WGA-loonaanvullingsuitkering als ze minimaal 50% van hun restverdiencapaciteit benutten.

De strengere regels voor de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) gelden straks alleen voor nieuwe instroom in de groep die niet duurzaam 80% tot 100% arbeidsongeschikt is. Deze (ex-)werknemers krijgen nu altijd een zogenoemde loonaanvullingsuitkering die 70% van het maximumdagloon bedraagt. Mensen die een relatief hoog loon hadden voor zij arbeidsongeschikt raakten, worden daardoor niet geprikkeld om weer te gaan werken: ze krijgen daarvoor immers niet meer geld dan via hun WGA-uitkering.

Restverdiencapaciteit wordt doorslaggevend

Om die prikkel om actief te blijven op de arbeidsmarkt wél te geven, willen de formatiepartijen dat voor deze groep gedeeltelijk arbeidsongeschikten dezelfde regels gaan gelden als voor de groep die 35% tot 80% arbeidsongeschikt is. Dat houdt in dat zij minimaal 50% van hun restverdiencapaciteit moeten benutten om recht te houden op de loonaanvullingsuitkering. Benutten zij niet minstens de helft van die restverdiencapaciteit, dan krijgen ze de WGA-vervolguitkering en die is veel lager.