Prik het niet langer!
Jaarlijks vinden er in Nederland zo'n dertienduizend prikongelukken plaats op het werk. Deze zogenaamde prikaccidenten komen vooral voor in de gezondheidszorg, maar ook daarbuiten kan het gebeuren dat een werknemer zich snijdt of prikt en er bloedcontact ontstaat. Hierdoor loopt een werknemer risico op besmetting met aandoeningen als HIV en hepatitis B en C.
Een prikongeluk ontstaat niet alleen doordat een werknemer zich prikt aan een injectienaald of een ander scherp voorwerp. Ook als de werknemer zich snijdt, gebeten wordt of op een andere manier in contact komt met andermans bloed is er sprake van een prikaccident. Direct ingrijpen is belangrijk om te voorkomen dat een werknemer door dit contact besmet raakt met door bloed overdraagbare aandoeningen als HIV en hepatitis.
Als er in uw organisatie kans is op prikongelukken, moet u een protocol klaar hebben liggen dat werknemers moeten volgen als ze zich prikken. Zorg dat iedereen dat protocol ook kent. Belangrijk is dat werknemers het voorval melden, zodat u daarna verdere actie kunt ondernemen, zoals bloedonderzoek laten verrichten. Een heldere registratieprocedure moet dus van het protocol deel uitmaken.
Niet stelpen, doorbloeden!
Bij een prikongeluk moeten werknemers de ontstane wond niet stelpen, maar juist door laten bloeden. Dit spoelt de wond schoon. Daarna moeten zij de wond verder uitspoelen onder de kraan. Ten slotte is het verstandig om de wond te desinfecteren. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of zij geen kwalijke kwalen overhouden aan het ongeluk of dat er een medische behandeling moet volgen.