Positie van curator sterker en duidelijker
Onlangs is in de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wet versterking positie curator aangenomen. Daarmee wordt onder andere verankerd dat de gefailleerde de curator niet alleen gevraagd, maar ook uit eigen beweging inlicht over feiten en omstandigheden die voor de curator van belang zijn. Ook krijgt de curator meer mogelijkheden om fraude aan te pakken.
Het aangenomen wetsvoorstel versterkt de informatiepositie van de curator. Het aangenomen wetsvoorstel schrijft inlichtingen- en medewerkingsplichten voor, evenals de plicht tot het overleggen van de administratie bij faillissementen (tools). Dit betekent ook dat uw organisatie verplicht is de curator van alle nodige informatie te voorzien als dit nodig is, bijvoorbeeld over eventuele buitenlandse banktegoeden of onroerend goed. Daarnaast moet de gefailleerde er voor zorgen dat de administratie (tools) leesbaar is: de curator moet dus alle encryptiesleutels ontvangen. Deze regels gelden overigens ook voor derden die stukken uit de administratie in hun bezit hebben. Zij moeten deze op verzoek van de curator dus beschikbaar stellen. Iedereen die in de laatste drie jaar vóór het faillissement als bestuurder bij de rechtspersoon betrokken was, moet aan deze verplichting voldoen.
Curator krijgt meer mogelijkheden fraude aan te pakken
Met dit aangenomen voorstel krijgt de curator ook meer mogelijkheden om onregelmatigheden rondom een faillissement op te sporen en aan te pakken. De faillissementscurator is immers meestal één van de eerste personen die stuit op gebreken zoals een onvolledige administratie of fraude met geld of goederen. Dankzij het wetsvoorstel wordt vastgelegd dat de curator verplicht is om bij faillissementen te onderzoeken of er sprake is van eventuele onregelmatigheden. Bovendien krijgt hij meer bevoegdheden om in dergelijke gevallen direct actie te ondernemen en frauduleuze acties aan te pakken.