Wetsvoorstel verhoging AOW-leeftijd ingediend
Het wetsvoorstel om de AOW-leeftijd te koppelen aan de levensverwachting is ingediend bij de Tweede Kamer. De AOW-leeftijd gaat in 2020 omhoog naar 66 jaar en in 2025 waarschijnlijk naar 67 jaar. Het wetsvoorstel bestaat uit de afspraken die de sociale partners in juni hebben gemaakt en de extra toezeggingen die minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in september aan de vakbeweging heeft gedaan.
Op 14 september zijn de vakbeweging en de minister het definitief eens geworden over het wetsvoorstel. De Raad van State – die opnieuw om advies (pdf) is gevraagd – vindt het een verbetering dat in het nieuwe voorstel de AOW-leeftijd automatisch wordt gekoppeld aan de levensverwachting. Toch heeft het adviesorgaan nog een aantal inhoudelijke bezwaren, waarop het kabinet ook heeft gereageerd:
- Stoppen met werken met 65 jaar wordt volgens de Raad van State nauwelijks ontmoedigd. Hoewel een werknemer die op 65-jarige leeftijd stopt met werken, straks wordt gekort op zijn AOW-uitkering, wordt dit voor mensen met lagere inkomens en/of een zwaar beroep deels gecompenseerd. Met de werkbonus kunnen zij namelijk een deel van de misgelopen AOW-uitkering compenseren.
Het kabinet heeft deze maatregelen in overleg met de sociale partners genomen en denkt dat de werkbonus, de overgangsregeling voor de levensloopregeling en de introductie van het vitaliteitssparen langer doorwerken wel degelijk financieel aantrekkelijk maken. - Het AOW-stelsel wordt nodeloos ingewikkeld door de mogelijkheid om de AOW-uitkering eerder of in deeltijd op te nemen, vindt de Raad van State.
Het kabinet vindt dat het, met de mogelijkheid om het AOW-ouderdomspensioen flexibel op te nemen, tegemoetkomt aan de wens van mensen om zelf het moment van pensioneren te bepalen. Deeltijdpensioen ondersteunt bovendien die mensen die graag doorwerken. De Sociale Verzekeringsbank heeft verder laten weten dat de regeling uitvoerbaar is. - De AOW-leeftijd zou al veel sneller omhoog moeten om de problemen op de arbeidsmarkt op te lossen.
Het kabinet vindt dat er met de verhoging naar 66 jaar in 2020 en de AOW-leeftijd vervolgens te koppelen aan de levensverwachting al een belangrijke stap wordt gezet. Bovendien wordt de pensioenrichtleeftijd al vanaf 2013 verhoogd naar 66 jaar en in 2015 naar 67 jaar, wat het kabinet vanaf 2013 zo’n € 700 miljoen moet opleveren. De periode waarin een werknemer straks pensioen kan opbouwen, wordt dan 40 jaar in plaats van 35 jaar.
Onderzoek naar overhevelen pensioenrechten
Nu het kabinet heeft gereageerd op de bezwaren van de Raad van State, is het wetsvoorstel (pdf) op 12 oktober ingediend bij de Tweede Kamer. Het kabinet onderzoekt nog hoe de opgebouwde pensioenrechten kunnen worden overgeheveld naar het nieuwe pensioensysteem. De uitkomsten van dat onderzoek worden begin 2012 verwacht.