De transitievergoeding bij ontslag berekenen
Het ‘Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding’ dat onlangs is gepubliceerd, maakt duidelijk welke looncomponenten u als werkgever moet meenemen bij het berekenen van de transitievergoeding. Per 1 juli 2015 is een transitievergoeding verplicht als werknemers met een dienstverband van twee jaar of langer uit dienst treden.
In het ‘Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding’ (pdf) staat welke looncomponenten u moet optellen bij het maandsalaris om de transitievergoeding te kunnen berekenen:
- 1/12 deel van de vakantiebijslag en de eventuele eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen 12 maanden recht op zou hebben als de arbeidsovereenkomst was voortgezet;
- 1/12 deel van de overeengekomen vaste looncomponenten die u verschuldigd bent geweest in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst. Hieronder vallen bijvoorbeeld overwerkvergoedingen en ploegentoeslagen;
- 1/36 deel van de overeengekomen variabele looncomponenten die u verschuldigd bent geweest in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. Hieronder vallen bijvoorbeeld bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen. Bij een korter dienstverband berekent u dit bedrag naar rato. Is een werknemer bijvoorbeeld 24 maanden in dienst geweest, dan deelt u de variabele looncomponenten door 24.
Transitievergoeding hangt af van duur dienstverband
Over de eerste tien jaar die een werknemer in dienst was, bedraagt de transitievergoeding 1/6 deel van het maandsalaris per half jaar (dit is gelijk aan 1/3 deel van het maandsalaris per jaar). Is een werknemer meer dan tien jaar in dienst geweest, dan ontvangt hij voor de jaren na zijn tiende dienstjaar 1/4 deel van het maandsalaris per half jaar (dit is gelijk aan een half maandsalaris per jaar). De transitievergoeding is maximaal € 75.000. Heeft een werknemer een jaarsalaris dat hoger is dan € 75.000, dan ontvangt hij maximaal dat bedrag als transitievergoeding.