Plan van aanpak is essentieel voor de RI&E
De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) staat centraal in het arbobeleid van een organisatie. Zonder plan van aanpak is een RI&E echter van weinig waarde. Staatssecretaris Van Ark van SZW onderstreepte dit, toen zij onlangs aankondigde de boete voor het ontbreken van dit plan te verviervoudigen. Hoe ziet zo’n plan van aanpak eruit?
Van Ark kondigde onlangs aan dat zij organisaties zonder RI&E wil steunen, maar ook dat zij de boetes bij het ontbreken van de RI&E verhoogt. De boete voor het ontbreken van de RI&E wordt anderhalf maal zo hoog als hij nu is. Opmerkelijk is dat de boetes voor het ontbreken van het bijbehorende plan van aanpak viermaal zo hoog worden als op dit moment. Van Ark verhoogt deze boete van maximaal € 75 voor organisaties met minder dan vijf werknemers tot € 750 voor organisaties met meer dan vijfhonderd werknemers naar € 300 respectievelijk € 3.000. Een organisatie kan dan een RI&E hebben; als het plan van aanpak ontbreekt, kan alsnog een forse boete volgen.
Preventiemedewerker constateert hoge werkdruk en fysieke belasting
Om het plan van aanpak op te stellen, begint de preventiemedewerker van een organisatie met het opstellen van de RI&E. Een voorbeeld: ij de inventarisatie van de arbeidsrisico’s heeft de preventiemedewerker vastgesteld dat fysieke belasting een belangrijk arbeidsrisico is. Dit komt doordat de inrichting van de werkplekken voor het beeldschermwerk is verslechterd. De stoelen zijn versleten en zijn niet goed meer af te stellen. Ook is gebleken dat werknemers niet weten hoe zij hun beeldschermen op de goede hoogte moeten instellen. Een ander arbeidsrisico is de werkdruk. Werknemers zitten vaak duimen te draaien vanwege ICT-storingen terwijl de werklast zich opstapelt. Bij de evaluatie stelt de preventiemedewerker vast dat maatregelen tegen de werkdruk een hogere prioriteit hebben dan de maatregelen om de werkplekken beter in te richten.
Plan van aanpak bevat wie, wat, wanneer en budget voor maatregelen
In het plan van aanpak omschrijft de preventiemedewerker vervolgens de risico’s en wat de maatregelen zijn om de risico’s te verminderen. Hierbij neemt de preventiemedewerker op wat de prioriteit is van de maatregelen, wanneer de maatregelen uitgevoerd moeten zijn, wie hiervoor verantwoordelijk is en hoeveel budget hiervoor beschikbaar is. Omdat de werkdruk de hoogste prioriteit heeft gekregen, stelt de preventiemedewerker vast dat de storingen in de ICT-storingen binnen drie maanden verholpen moeten zijn. De verantwoordelijke interne ICT’ers krijgen hiervoor ondersteuning van een extern bedrijf, voor een budget van € 55.000. De volgende maatregel is de aanschaf van nieuwe bureaustoelen. Eén van de leidinggevenden is hiervoor verantwoordelijk en schakelt een adviseur in, die ook ondersteuning biedt bij het afstellen van de beeldschermen. De bureaustoelen mogen € 900 per stuk kosten en voor de adviseur reserveert de organisatie een budget van € 2.040.
Is het plan van aanpak voltooid, dan moet een gecertificeerde arbodeskundige of arbodienst RI&E en plan toetsen. Hierna kan de organisatie de maatregelen in praktijk brengen.