Ook bescherming van zzp’ers en stagiairs die misstand melden
Het verbod voor werkgevers om klokkenluiders te benadelen, wordt uitgebreid. Het kabinet wil ook zzp’ers, stagiairs en vrijwilligers onder de bescherming van het benadelingsverbod laten vallen.
Op internetconsultatie.nl is een concept voor wijziging van artikel 658c van Burgerlijk Wetboek 7 gepubliceerd. In dit wetsartikel staat dat een werkgever een werknemer niet mag benadelen als hij op de juiste manier (tool) een vermoeden van een misstand binnen de organisatie heeft aangekaart bij de werkgever of een relevante instantie. Hierbij is een werknemer een persoon die op basis van een dienstbetrekking arbeid (heeft) verricht voor de werkgever (vanaf 2020 vallen ook ambtenaren onder dit artikel). Op verzoek van de Eerste Kamer moeten ook andere personen die voor de werkgever arbeid verrichten recht krijgen op de bescherming tegen benadeling.
Klokkenluidende zzp’er of stagiair goed blijven behandelen
De uitbreiding van het benadelingsverbod is relevant voor zzp’ers, stagiairs en vrijwilligers. Zij vallen al onder het werknemersbegrip van de Wet Huis voor klokkenluiders (tools), maar nog niet onder de wettelijke beschermingsbepalingen tegen benadeling. Van benadeling is sprake als een werkgever de klokkenluider slechter behandelt omdat hij aandacht heeft gevraagd voor een mogelijk misstand. De werkgever mag de werknemer bijvoorbeeld niet vanwege de melding ontslaan, een promotie of salarisverhoging weigeren of overplaatsen naar een lagere functie. Bij een zzp’er, stagiair of vrijwilliger is het beëindigen van de samenwerking een voorbeeld van benadeling. Ook kan het verbod op benadeling gaan over het (publiekelijk) zwartmaken van de persoon. De uitbreiding van het benadelingsverbod versterkt de juridische positie van zzp’ers, stagiairs en vrijwilligers.
Nog geen ingangsdatum van uitgebreid benadelingsverbod
Het is nog niet duidelijk vanaf wanneer de zzp’ers, stagiairs en vrijwilligers op de extra wettelijke bescherming kunnen rekenen. Tot 7 maart kunt u reageren op de voorgestelde wetswijziging. Daarna wordt het concept een wetsvoorstel, waarover de Tweede en Eerste Kamer nog moeten stemmen.