Ontslag via de kantonrechter is het duurst
Werkgevers die hun werknemer in 2012 via de route van de kantonrechter hebben ontslagen, zijn hier gemiddeld bijna 16 maandsalarissen aan kwijt geweest. Dit blijkt uit onderzoek van Panteia naar de ontslagkosten van werkgevers in 2012. Ontslag met wederzijds goedvinden of door opzegging via UWV was een stuk goedkoper.
In het onderzoek (pdf) kwamen vijf ontslagroutes aan bod: eenzijdige opzegging bij een overheidsinstelling, ontslagvergunning via UWV, ontbindingsverzoek via de kantonrechter, ontslag op staande voet en ontslag met wederzijds goedvinden. Verreweg de meeste ontslagen (61%) vonden plaats met wederzijds goedvinden. De eenzijdige opzegging bij een overheidsinstelling (2%) en ontslag op staande voet (4%) kwamen het minste voor. Ook werd er relatief weinig (9%) gekozen voor de ontbindingsroute via de kantonrechter. Werkgevers kozen voor de ontslagroute via UWV bij ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid. De weg naar de kantonrechter werd bewandeld bij ontslag vanwege disfunctioneren of verstoorde arbeidsverhoudingen.
Ontslag met wederzijds goedvinden het snelst
Ontslag met wederzijds goedvinden was doorgaans de snelste route. Gemiddeld nam deze ontslagprocedure 19 weken in beslag. De route via UWV of de kantonrechter duurde gemiddeld vijf tot zes weken langer. Ontslag via UWV duurde gemiddeld 24 weken en ontslag via de kantonrechter gemiddeld 25 weken. De gemiddelde kosten van ontbinding via de kantonrechter waren in 2012 € 51.456. Bij ontslag met wederzijds goedvinden waren werkgevers gemiddeld € 22.417 kwijt en bij opzegging via UWV gemiddeld € 18.248. Ontslag op staande voet was vanzelfsprekend het goedkoopst. De gemiddelde kosten van deze route waren € 6.873.
Stel gratis uw vragen
Heeft u vragen over het ontslagrecht, dan kunt u deze als Premium-abonnee gratis stellen aan de experts van MKB Adviesdesk. U krijgt gegarandeerd antwoord binnen vijf werkdagen. Wacht niet langer en stel uw vraag!