Omscholing staat centraal in sectorplannen
In het derde tijdvak van de Regeling cofinanciering sectorplannen staan bijscholing en omscholing centraal. Werkgevers- en werknemersorganisaties die in hun banenplannen maatregelen treffen om mensen op te leiden zodat ze aan de slag kunnen in kansrijke beroepen, kunnen straks op subsidie rekenen.
Het kabinet vindt het belangrijk dat mensen die werkloos zijn of raken, zo snel mogelijk (ander) werk vinden. Om structurele personeelstekorten aan te pakken, baanwisselingen tussen sectoren te stimuleren en langdurige werkloosheid te voorkomen, zet het kabinet in de derde tranche van de sectorplannen hoog in op werk-naar-werkmaatregelen.
Scholing en WW-uitkering
Sectoren kunnen in aanmerking komen voor cofinanciering van sectorplannen als ze investeren in om- en bijscholing van hun werknemers. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen, zijn onder meer omscholings- en bemiddelingskosten en de kosten van sollicitatietrainingen, competentiescans en EVC/EVP-procedures.
Brug-WW bij omscholing naar kansrijk beroep
Bovendien wordt in de derde tranche van de sectorplannen de zogenoemde brug-WW geïntroduceerd. Mensen met een krimpend beroep die aan de slag kunnen in een beroep met meer perspectief, kunnen een WW-uitkering krijgen tijdens de uren dat ze scholing volgen. De uren dat ze werken, ontvangen ze salaris. Verder behouden werklozen hun WW-uitkering als ze scholing volgen die leidt tot werk in kansrijke beroepen. De regeling cofinanciering sectorplannen en de scholingsregeling WW worden op deze punten aangepast.