Nieuwe regels voor eigenrisicodrager Ziektewet
Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet (ZW) kunnen in de toekomst zelf een proefplaatsing regelen. Tegelijkertijd gaan ze langer voor de ZW-uitkering opdraaien als de WIA-uitkering niet tijdig wordt aangevraagd.
In de Verzamelwet SZW 2017 die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs publiceerde, staan twee aanpassingen die specifiek betrekking hebben op eigenrisicodragers voor de Ziektewet. De maatregelen moeten nog wel door de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld en goedgekeurd. Het is de bedoeling dat ze per 2017 van kracht worden.
Zelf proefplaatsing goedkeuren voor ZW’ers
Allereerst regelt de Verzamelwet dat werkgevers die zelf het risico dragen voor de Ziektewet-uitkering van flexkrachten (tool) ook zelf toestemming kunnen geven voor een proefplaatsing van die flexkrachten. Op dit moment moet de betreffende werknemer UWV nog om toestemming voor een proefplaatsing vragen, ook al is het zijn (ex-)werkgever die de ZW-uitkering betaalt.
De eigenrisicodrager moet zich er wel van verzekeren dat er aan de wettelijke eisen voor een proefplaatsing (tool) is voldaan. Hij betaalt de ZW-uitkering dan gewoon door, terwijl de (ex-)werknemer maximaal zes maanden op proef werkt. Gedurende de proefplaatsing hoeft de werknemer geen andere passende arbeid te regelen. Een vergelijkbare regeling geldt al langer in de Wet WIA voor eigenrisicodragers voor de WGA (tool).
Loonsanctie bij niet tijdig aanvragen WIA-uitkering
Een andere maatregel uit de Verzamelwet SZW 2017 is dat eigenrisicodragers voor de ZW de ZW-uitkering van zieke (voormalige) flexkrachten langer dan twee jaar moeten doorbetalen als ze te laat zijn met het aanvragen van een WIA-uitkering. Dat moet uiterlijk zes weken voor de afloop van de ZW-uitkering gebeuren. Dezelfde loonsanctie geldt al voor werkgevers die het loon van werknemers twee jaar doorbetalen en te laat zijn met de WIA-aanvraag.