Loongerelateerde uitkering naar 24 maanden
De duur van de loongerelateerde uitkering van de WGA wordt verkort van maximaal 38 naar 24 maanden. Deze maatregel staat in het wetsvoorstel Werk en zekerheid. Voor de opbouw en uitkeringsduur van een loongerelateerde WGA-uitkering gelden dezelfde regels als voor een WW-uitkering.
Zoals u al kon lezen in het bericht ‘Geleidelijke verkorting WW-duur per 2016’, past het kabinet de maximale duur van een WW-uitkering aan van 38 naar 24 maanden. Wat u misschien niet wist, is dat deze aanpassing ook geldt voor de duur van een loongerelateerde uitkering van de WGA. Hierdoor stroomt een werknemer eerder door naar een loonaanvullings- of vervolguitkering. De kortere duur van de loongerelateerde WGA-uitkering is voor u als werkgever voordelig. Een lagere uitkering beperkt immers de kosten die u in de vorm van een premie aan UWV of uw verzekeraar betaalt.
De maximale duur van de uitkering wordt vanaf 1 januari 2016 met een maand per kwartaal afgebouwd tot 24 maanden in het tweede kwartaal van 2019.
Werknemer bouwt minder loongerelateerde uitkering op
Daarnaast veranderen de regels voor de opbouw van een loongerelateerde WGA-uitkering door de maatregelen in het wetsvoorstel Werk en zekerheid (pdf). Nu bouwt een werknemer één maand aan loongerelateerde uitkering op voor elk gewerkt jaar. In het wetsvoorstel staat dat deze werknemer straks alleen nog opbouwt over de eerste tien gewerkte jaren. Over de jaren daarna bouwt hij nog maar een halve maand aan loongerelateerde uitkering op.
Het wetsvoorstel ligt nog bij de Tweede Kamer en is daarom nog niet definitief.