Hogere vergoeding bij weigeren van scholing
Fractieleden van de VVD in de Eerste Kamer zijn bang dat de Wet werk en zekerheid medewerkers stimuleert om tijdens hun dienstverband scholing te weigeren, omdat dit bij ontslag een hogere transitievergoeding betekent. Op die manier zouden ze worden ‘beloond’ voor het feit dat ze zich niet inzetten voor hun inzetbaarheid. Volgens de regering is dat niet het geval.
Bij een medewerker die u tijdens zijn dienstverband scholing heeft gegeven om zijn brede inzetbaarheid te verbeteren, kunt u straks bij ontslag de scholingskosten in aftrek brengen op de transitievergoeding. De VVD is bang dat deze regel uit de Wet werk en zekerheid medewerkers aanzet tot het weigeren van scholing, omdat dit een hogere transitievergoeding met zich meebrengt. De regering denkt dat het zo’n vaart niet loopt. In de Memorie van antwoord bij het Wetsvoorstel werk en zekerheid (pdf) geeft de regering aan dat een medewerker er zelf ook belang bij heeft om te werken aan zijn arbeidsmarktperspectief.
Transitievergoeding alsnog voor scholing gebruiken
De regering vindt het bovendien terecht dat een medewerker een volledige transitievergoeding krijgt als zijn werkgever tijdens het dienstverband niet heeft geïnvesteerd in scholing. De werknemer kan de transitievergoeding in dat geval gebruiken om zich alsnog bij of om te scholen. De vraag is of medewerkers dat ook echt zullen doen; het is namelijk niet verplicht om de transitievergoeding te besteden aan scholing.
Scholingskosten van transitievergoeding aftrekken
Kosten die u tijdens het dienstverband maakt om de brede inzetbaarheid van uw medewerkers te bevorderen, mag u aftrekken van de transitievergoeding die u verschuldigd bent bij ontslag als de Wet werk en zekerheid wordt ingevoerd. Welke scholingskosten u straks mag verrekenen en hoe u dit kunt aantonen, wordt nader uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur. De Stichting van de Arbeid heeft hiervoor al een voorstel gedaan, maar de regering moet nog op dat voorstel reageren.