Heeft payrolling nog een toekomst?
De verhouding tussen een payrollorganisatie en een werknemer die door de payrollorganisatie aan een andere organisatie wordt uitgeleend, is niet aan te merken als arbeidsovereenkomst. Dat heeft de kantonrechter in Almelo onlangs gesteld in een voorlopige uitspraak. Dit kan grote gevolgen hebben voor het voortbestaan van de payrollconstructie.
Als uw organisatie gebruikmaakt van een werknemer via een payrollconstructie heeft niet u maar de payrollorganisatie een arbeidsovereenkomst met die werknemer. Daardoor liggen de juridische en administratieve verplichtingen bij de payrollorganisatie en niet bij u. De werknemer wordt aan uw organisatie uitgeleend. De kantonrechter in Almelo deed pas een opvallende uitspraak waaruit blijkt dat in sommige gevallen de organisatie waar de werknemer werkt als werkgever is aan te merken en niet de payrollorganisatie.
Een payrollorganisatie kan werknemer niet ontslaan
In deze zaak diende een payrollorganisatie ontbindingsverzoeken in bij de rechtbank om een aantal werknemers te ontslaan. De kantonrechter verklaarde de payrollorganisatie niet ontvankelijk omdat er geen arbeidsovereenkomst zou bestaan tussen deze organisatie en de werknemers. De partijen hadden hun arbeidsverhouding misschien wel bestempeld als arbeidsovereenkomst maar de kantonrechter oordeelde dat daarvan feitelijk geen sprake was. Daarbij wogen onder andere volgende punten mee:
- De inlener had de werknemers geworven en geselecteerd.
- De inlener had de werknemers zelf doorverwezen naar de payrollorganisatie.
- De werknemers werkten exclusief voor de inlener.
- De inlener had het recht om de werknemers instructies te geven voor het werk.
- De inlener maakte met de werknemers afspraken over de vakantiedagen.
De payrollconstructie verliest zijn doel
Het gebruikmaken van een payrollconstructie verliest door deze uitspraak zijn toegevoegde waarde. De constructie is immers bedoeld om de payrollorganisatie als werkgever op te laten treden en de verantwoordelijkheden als werkgever daar neer te leggen. De kantonrechter moet zijn uitspraak nog definitief maken.
Rechtbank Almelo, 21 maart 2013, LJN: BZ5108