U bent hier

Onderneming & Arbo
Geen aparte overgangsregeling voor 58-plussers

Geen aparte overgangsregeling voor 58-plussers

Uw werknemers kunnen volgend jaar alleen nog blijven deelnemen aan de levensloopregeling als zij op 31 december 2011 minimaal € 3.000 tegoed op hun rekening hebben. Werknemers die op die datum minder dan € 3.000 hebben gespaard, kunnen het tegoed in 2012 belast opnemen of in 2013 onbelast doorstorten naar de vitaliteitsregeling. In tegenstelling tot wat in het Belastingplan staat, komt er in 2013 geen aparte overgangsregeling voor 58-plussers.

In het bericht ‘Starten met levensloop kan straks niet meer’ kon u al lezen dat werknemers volgend jaar geen levenslooprekening meer kunnen openen. De afschaffing van de levensloopregeling was al in het Regeerakkoord aangekondigd. Aanvankelijk had het kabinet alleen een overgangsregeling in gedachten voor werknemers van 58 jaar en ouder.

Substantieel sparen

In het Belastingplan stond daarom dat de levensloopregeling in 2012 open zou blijven voor werknemers die aan het eind van het jaar een positief saldo hebben en in 2013 alleen voor werknemers van 58 jaar en ouder. Na overleg met de vakbeweging over het pensioenakkoord heeft het kabinet echter besloten dat de overgangsregeling geldt voor alle werknemers die substantieel sparen in de levensloopregeling. De levensloopregeling blijft daarom vanaf 2012 open voor deelnemers van alle leeftijden die op 31 december 2011 ten minste € 3.000 op hun levenslooprekening hebben staan.

Onbelast doorstorten vitaliteitsregeling

Deelnemers die meer dan € 3.000 hebben gespaard, kunnen straks onder dezelfde voorwaarden doorsparen. Vanaf 1 januari 2012 wordt er echter geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd. Deze spaarders kunnen er in 2013 ook voor kiezen om het spaartegoed onbelast door te storten naar de vitaliteitsregeling. Als het doorgestorte tegoed hoger is dan € 20.000 – het maximum voor vitaliteitssparen – wordt dat in 2013 niet belast. Na 2013 blijft doorstorten mogelijk, maar wordt het tegoed boven de € 20.000 belast.
Uw werknemers kunnen niet tegelijkertijd sparen in de levensloopregeling en de vitaliteitsregeling. Ook kunnen zij na deelname aan de vitaliteitsregeling niet meer terugkeren in de levensloopregeling.