Cao vermijden met vaststellingsovereenkomst
Als uw organisatie gedwongen onder een cao met algemeen verbindendverklaring (avv) valt, kunt u maar moeilijk onder de werking van deze avv-cao uitkomen. Uit een uitspraak van Gerechtshof Den Haag blijkt dat het ontlopen van de avv-cao via een vaststellingsovereenkomst in ieder geval geen mogelijkheid is.
Geeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bepalingen uit een bedrijfstak-cao een avv, dan zijn deze cao-bepalingen in principe van toepassing op alle organisaties die in de betreffende bedrijfstak actief zijn. Als u niet aan de avv-cao gebonden wilt zijn, kunt u om een vrijstelling vragen aan de minister van SZW. Hij kan u deze vrijstelling geven als u bijvoorbeeld al een ondernemings-cao heeft afgesloten. Een vrijstelling is echter niet eenvoudig. Werkgevers kunnen het daarom op een andere manier proberen, zo blijkt uit een recente rechtszaak.
Werkgever betaalt te weinig loon door van cao af te wijken
Een taxibedrijf viel door een avv verplicht onder de cao Taxivervoer en de cao Sociaal Fonds Taxi (SFT). Toch hield de organisatie zich niet volledig aan de cao Taxivervoer, omdat zij een pauzeregeling hanteerde die hier niet mee overeenkwam. Het SFT – dat werkgevers controleert op de naleving van de cao – constateerde na een onderzoek dat het taxibedrijf door de afwijkende pauzeregeling te weinig loon betaalde.
Het taxibedrijf probeerde dit te rechtvaardigen door te verwijzen naar een vaststellingsovereenkomst die de chauffeurs hadden ondertekend. In de overeenkomst stond dat de chauffeurs geen loon zouden vorderen op basis van het meningsverschil dat de organisatie met het SFT had over de pauzeregeling. Hierdoor zou het SFT geen loon kunnen vorderen. De kantonrechter ging hiermee akkoord, maar in hoger beroep oordeelde het hof in het nadeel van de werkgever.
Afwijken van cao niet mogelijk via vaststellingsovereenkomst
Het hof stelde dat werkgevers bij dwingend recht (zoals de bepaling in de avv-cao) een vaststellingsovereenkomst niet mogen gebruiken om een toekomstig geschil te voorkomen. Dat was wel wat het taxibedrijf met de overeenkomst beoogde en dus moest de organisatie zich gewoon aan de cao-bepalingen houden. Bovendien had het SFT als cao-partij het recht om een vordering in te stellen, los van de werknemers.
Gerechtshof Den Haag, 17 maart 2015, ECLI (verkort): 512