Appen achter het stuur, wanneer mag het wel?
Een bestuurder van een auto mag niet handheld bellen tijdens het autorijden. Dat is bij iedereen bekend. Net als dat appen, sms’en of e-mails lezen ook niet mogen. Daarnaast is het verboden om de telefoon tijdens het rijden tussen oor en schouder te klemmen. Wat mag een automobilist wel?
Een bestuurder mag zijn telefoon alleen handsfree bedienen via het dashboard, als deze al voor het rijden is ingesteld. Ook is spraakbediening toegestaan. Maar wat nu als onderweg naar het werk of een zakenafspraak een melding van een bericht binnenkomt? De automobilist mag onder het rijden het bericht lezen noch beantwoorden.
Appen als het voertuig stilstaat
Moet de bestuurder van de auto dan wachten tot hij op het werk is? Niet noodzakelijk. Er zijn momenten waarop een automobilist volgens de Rijksoverheid, als hij in de auto zit, zijn telefoon in de hand mag nemen en mag appen. Al deze momenten zijn, uiteraard, als het voertuig stilstaat. De belangrijkste momenten op een rij:
- in de (stilstaande) file;
- voor een stoplicht;
- voor een geopende brug;
- op een parkeerplaats of parkeerhaven.
Toch belangrijk om nog even te melden: een vluchtstrook is géén parkeerplaats. Een vluchtstrook mag alleen gebruikt worden in geval van nood, bijvoorbeeld bij pech of een ongeluk. Daarom mag hier niet even stilgestaan worden om appjes te lezen en te versturen.
Ook niet op de fiets
Fietsers mogen tijdens het fietsen ook niet bellen of appen. Handsfree bellen mag wel. Hier heeft de fietser wel oordopjes voor nodig waarmee hij de telefoon kan beantwoorden. Bij het gebruik van oordopjes moeten de omgevingsgeluiden nog wel te horen zijn. De telefoon tussen oor en schouder klemmen is ook op de fiets niet toegestaan.
Richtlijnen smartphone-gebruik op de weg
Bij werknemers die voor hun werk veel op de weg zitten, is het verstandig om richtlijnen op te stellen om het gebruik van de telefoon op de weg te verbieden of te ontmoedigen. In de richtlijn kunnen afspraken staan waar werknemers zich aan moeten houden, zoals de regel de telefoon niet te bedienen tijdens het autorijden en om telefoongesprekken te verbreken als duidelijk wordt dat de beller aan het rijden. Woon-werkverkeer valt niet onder werktijd, maar de leidinggevende kan werknemers wel adviseren om zich ook buiten werktijd aan deze richtlijnen te houden.