Pensioenleeftijd in 2014 al naar 67 jaar

Minister Kamp van Sociale Zaken heeft besloten de verhoging van de pensioenleeftijd in pensioenregelingen niet in twee stappen (in 2013 naar 66 jaar en in 2015 naar 67 jaar), maar in één stap in 2014 te verhogen. Pensioenuitvoerders zouden op deze manier "de gewenste lucht krijgen om de voorgestelde aanpassing op zorgvuldige wijze in de systemen te verwerken."

In 2014 zal het belastingvoordeel bij het sparen van aanvullend pensioen in één klap minder worden. De pensioenleeftijd voor de Belastingdienst gaat in 2014 ook van 65 naar 67 jaar. Dit beperkt de aftrekbaarheid van pensioenpremies. Jaarlijks bouwen werknemers vanaf 2014 minder rechten op. In het zogeheten Witteveenkader was het plan nog de pensioenleeftijd in twee stappen te verhogen: in 2013 naar 66 jaar en in 2015 naar 67 jaar. De overheid haalt door deze wijziging niet de geplande bezuiniging van € 400 miljoen op het belastingvriendelijke regime in 2013, maar daar staat tegenover dat de verhoging naar 67 één jaar naar voren wordt gehaald.

Pensioenakkoord

De aanpassingen in het Witteveenkader horen bij de afspraken met werkgevers en de vakbeweging in het pensioenakkoord over verhoging van de AOW-leeftijd. De bedoeling is dat die in 2020 van 65 naar 66 jaar gaat en in 2025 naar 67 jaar. De Tweede Kamer behandelt deze week het wetsvoorstel van de minister over verhoging van de pensioenleeftijd.