U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Diversiteit en inclusie4. Wettelijke kaders4.3 Handicap/chronische ziekte

4.3 Handicap/chronische ziekte

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2021

verschil

Mensen met een beperking komen nog steeds moeilijk aan een baan. Het is ook nogal een begrip: mensen met een beperking. Er zijn ontzettend veel beperkingen en het is goed om u te realiseren dat ook binnen één beperking – bijvoorbeeld epilepsie of een aandoening in het autistisch spectrum – veel verschil kan zitten.

kwaliteiten

Als deze groep ondervertegenwoordigd is in uw organisatie, wees er dan ieder geval zeker van dat mensen niet te snel ongeschikt bevonden worden voor een functie vanwege een beperking. Veel mensen zijn snel geneigd om alleen de beperking te zien en hebben veel te weinig oog voor de kwaliteiten van iemand. Draag uit dat uw organisatie kandidaten met een beperking juist aanmoedigt om te solliciteren, ook als dat betekent dat er iets extra’s nodig is om hen in staat te stellen hun kwaliteiten te benutten.

4.3.1 Verplichting

faciliteren

De WGBH/CZ legt werkgevers de verplichting op om onderzoek te doen naar het faciliteren van werk voor mensen met een beperking. Dat betekent dat u een kandidaat met een beperking die geschikt is voor de functie niet mag afwijzen vanwege die beperking. U heeft de wettelijke plicht te onderzoeken wat een werknemer nodig heeft om de functie te kunnen uitoefenen. Uiteraard moet de kandidaat in de kern wel geschikt zijn voor de functie.

onderzoek

In de zaken die het College worden voorgelegd, blijkt vaak dat werkgevers er onterecht te snel van uitgaan dat iemand met een beperking niet geschikt is. De werkgever doet dan geen onderzoek naar de mogelijkheden en dat is in strijd met de wet. En meestal ook een gemiste kans op een goede werknemer.

Discriminatie wegens chronische ziekte

MS

toestemming

Een stagiaire vertelde op de eerste dag aan haar stagebegeleider dat zij MS heeft. Die vond dat zij dit aan haar medestagiair en de begeleider van de hogeschool moest vertellen. Ze wilde dit niet, omdat ze moeilijk over haar chronische ziekte kon praten met anderen. De stagebegeleider zette de stagiaire onder druk. Ze gaf de stagebegeleider vervolgens toestemming om de medestagiair over haar ziekte te vertellen. Een paar dagen later beëindigde de stagebegeleider de stageovereenkomst.

Overstuur

direct ­onderscheid

overstuur

Het College stelde vast dat de stage werd beëindigd omdat de stagiaire niet met haar collega’s wilde praten over haar ziekte. Dit is direct onderscheid op grond van een handicap of chronische ziekte. Maar er was pas sprake van discriminatie als vaststond dat zij geschikt was voor de stage. De partijen verschilden hierover van mening. Het College oordeelde dat de begeleider niet aannemelijk heeft gemaakt dat de stagiaire ongeschikt was als zij haar collega’s niet vertelde over haar chronische ziekte. Daarom concludeerde het College dat de begeleider de stagiaire discrimineerde. Ook stelde het College vast dat de stagiaire haar begeleider toestemming gaf om een ander te vertellen over haar chronische ziekte, terwijl ze overstuur was door de uitgeoefende druk. Zelf kon zij dat niet. Het College oordeelde dat de begeleider discrimineerde.

CRM, 11 december 2014, oordeelnummer: 2014-157

4.3.2 Onredelijk bezwarend

grenzen

De verplichting om een doeltreffende aanpassing te maken aan het werk kent grenzen. Het is lastig om aan te geven waar deze grenzen precies liggen, want dat verschilt per geval. De wet schrijft geen algemene regel voor over wat wel of niet onredelijk bezwarend is. Er is altijd sprake van een afweging tussen wat de werknemer nodig heeft en of dit redelijkerwijs van de werkgever kan worden gevraagd.

Mogelijke doeltreffende aanpassingen

prikkelarm

De wet geeft aan dat bijvoorbeeld een assistentiehond een doeltreffende aanpassing is. U kunt de hond dus niet zomaar weigeren. Iemand met een beperking in het autistisch spectrum heeft mogelijk een aparte werkruimte nodig om prikkelarm te kunnen werken. Soms past u een deur aan zodat iemand er door kan in de rolstoel. Het gaat om maatwerk. Wat heeft iemand onder de omstandigheden nodig? De wet verplicht u om dat uit te zoeken en een doeltreffende aanpassing te doen.

4.3.3 Autonomie

Het VN-verdrag Handicap beoogt zo veel mogelijk mensen met een beperking op gelijke voet met anderen aan de maatschappij te laten deelnemen. Dat wil zeggen dat ze zich zo veel mogelijk zelfstandig moeten kunnen bewegen.

autonoom

Houd voor ogen dat mensen met een beperking zo veel mogelijk autonoom door het leven moeten kunnen gaan, ook op de werkvloer. Bij elk toiletbezoek een sleutel moeten ophalen voor een aangepast toilet is dus niet wenselijk.

4.3.4 Banenafspraak

aannames

De groep mensen met een beperking is divers. Mensen die vanwege hun beperking niet passen in de reguliere functies zijn vaak lang werkloos en ervaren een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze worden daarom geregistreerd in het doelgroepregister (zie ook paragraaf 2.1.4). Gebleken is dat de overheid er – in tegenstelling tot het bedrijfsleven – nog niet in is geslaagd om aan de streefcijfers voor extra banen te voldoen. U kunt in het kader van diversiteitsbeleid onderzoeken of u banen kunt creëren in uw organisatie. Dit is iets anders dan wat in paragraaf 4.3.1 is beschreven. Daar gaat het om reguliere banen waarbij u geschikte kandidaten over het hoofd ziet, omdat aannames over de beperking het beeld over de kwaliteiten vertroebelen. De WGBH/CZ is daarop van toepassing en houdt geen verplichting in het kader van de banenafspraak in.

Maak beleid om mensen met een beperking aan te trekken sámen met mensen met een beperking. Kijk voor informatie bij belangenorganisaties als IederIn (iederin.nl).